Page 13 - Demo
P. 13
Het lied verwijst ook nog naar Claude Monet. Hoewel hij in 1871 nog een onbekende schilder was, waarvan de schilderijen op de prestigieuze jaarlijkse Salon de Paris werden geweigerd, was de familie Van de Stadt hem zeven jaar later nog niet vergeten. Het portret zou trouwens als enige van de 25 doeken die hij maakte, Nederland nooit verlaten. Het bleef altijd in de familie totdat Guurtjes kleindochter Guda van Giffen %u2013Duyvis in 1985 overleed, waarna het bijzondere schilderij in de permanente expositie van het Kr%u00f6ller M%u00fcllermuseum in Otterlo werd opgenomen.In het Bruiloftslied werd de eerste ontmoeting van Guurtje en Ericus als volgt omschreven, nadat eerst aandacht was geschonken aan een aantal ondeugende acties in haar jeugd: Dit duurde een paar jaren,Maar toen werd Guurtje wijsWant als een ware dameZoo glijdt zij over %u2018t ijsRicus was ook op de ZaanZag haar zwierend Koogwaarts gaan,Zegt: %u2018Wel drommelsch%u2019 aardige meid,%u2018Kom, fluks opgeleid!%u2019De prent met het schaatsenrijderspaar is uniek. Er zijn uiteraard talloze schilderijen met ijstaferelen uit de negentiende eeuw en eerder, maar vrijwel nooit is bekend wie erop staan. Welke winter?Wanneer zag Ericus dat leuke meisje uit Zaandam voor het eerst op de schaats? Vermoedelijk was dat in de winter van 1875 of 1876. De winter van 1875 viel met een IJnsen-vorstgetal van 28,7 net in de categorie koud. IJnsen registreerde in 1875 82 vorstdagen, twaalf ijsdagen en twee zeer koude dagen. Een jaar later stond de teller op 70 vorstdagen, 21 ijsdagen en vier zeer koude dagen, waardoor het vorstgetal van 1876 op 31,9 uitkwam, waarmee dat jaar ook de kwalificatie koud kreeg. Het waren dus geen uitzonderlijke winters want dan moest het IJnsen-getal tot 44,3 stijgen om de kwalificatie streng te krijgen. Maar beide winters kon er geschaatst worden op de Zaan. Dat was al eeuwen een uiterst populaire plek om te schaatsen. Schaatsenrijders kwamen van heinde en verre naar de brede rivier met zijn bijzondere bebouwing met molens en de typische huizen in architectuur zoals die uitslui ten d in de Zaansteek werd toegepast. Bovendien waren talloze tuinen opgesierd met bijzonder luchthuizen, zoals men de tuinhuizen in de streek noemde.De schoonste tochtIn een lang gedicht beschreef de Monnickendammer J. Bakker Jsz de ijstaferelen op Zaan in 1847. Het meest markante couplet luidde: Telkens als de winter naaktEn mijn voet het ijs maar raaktIs de Zaan de schoonste tochtDie ik ooit volbrengen mochtWilt ge op schaatsen zijn voldaanRijdt dan naar d'aloude Zaan!Het kon er behoorlijk druk zijn en niet alleen schaatsenrijders kwamen op het ijs. Ook tall o ze arrensleden werden bespannen voor tochten die vaak naar Alkmaar en, als het kon, over het bevroren IJ naar Amsterdam gingen. De Koger koopman Claes Arisz Caescoper beschreef de arrensleden al in zijn beroemde dagboek aan het eind van de zeventiende en het begin van de achttiende eeuw. Wouterus Verschuur maakte in januari 1838 een prachtig schilderij van een draverij op de Zaan bij Zaandam, waar het wemelde van de toeFolkert IJnsen kwam uit het Friese Stiens en berekende zijn vorstgetallen aan de hand van alle dagen, waarop de temperatuur onder nul kwam. De huidige registratie, die in 1900 in gebrui k werd genomen, is het Hellmann-getal, waarbij uitsluitend de dagen waarop de gemiddelde dagtemperatuur onder nul kwam,worden meegerekend.