Eeltje de Vries

Beschrijving

Eeltje de Vries vormt de derde generatie van schaatsenmakersfamilie De Vries in IJlst. Hij neemt de fabriek van zijn vader rond 1960 over. In de eerste helft van de jaren zeventig blijven ijswinters uit. En in 1975 wordt de productie zelfs stilgelegd. Er is dan een voorraad van circa 50.000 paar schaatsen opgebouwd. Als er in 1976 weer flink geschaatst kan worden raakt men in korte tijd de voorraad kwijt. Er worden drie modellen gemaakt: het Brabants klompje, de veiligheidsdoorloper en de jongensnoor. De schaatsen worden tot in de jaren tachtig onder het merk Frisia op de markt gebracht. Ze worden voornamelijk geleverd aan groothandel W.T. Zandstra in Sneek, die ze vervolgens op de markt brengt onder de naam Zandstra of Batavus. Ook worden de Frisia-schaatsen geëxporteerd naar de Verenigde Staten, Duitsland, Zweden en Denemarken. Er zijn maximaal tien man in dienst. In 1987 worden er nog 80.000 paar houten schaatsen gemaakt, vooral kinderschaatsen. In 1991 wordt het bedrijf overgenomen door de sociale werkvoorziening Finkenburgh. De productie is dan nog 35.000 paar per jaar. In 1993 wordt het bedrijf verplaatst naar Koudum.

Het pand, dat is opgetrokken in oud-Amsterdamse stijl, is nu rijksmonument en huisvest momenteel een bloembinderij.

Zie ook zijn vader schaatsenmaker Willem de Vries, IJlst en zijn grootvader schaatsenmaker Klaas Eeltje de Vries, IJlst

Bron

Van Glis tot Klapschaats (Wiebe Blauw), 2001

Produktie

Merktekens