Page 26 - Demo
P. 26
26 Kouwe DrukteGoudse pijpen halenls het vijf dagen lang op zijn minst zeven graden had gevroren, hoefde het alleen nog maar zondag te worden. Rond 1900 gingen op een goede %u2018ijsdag%u2019 duizenden mensen %u2018Goudsche pijpen halen%u2019. Zekwamen meestal uit Rotterdam, maar ook uit Den Haag, het Westland, de Krimpenerwaard en uit de richting Bodegraven.Anny Tritten speelde ons een kopie door van het boekje Gouda in de winter (1989, 22 pp), met daarin herinneringen aan deze ongeorganiseerde tocht. Je reed %u2018m op de bonnefooi en koos je eigen route. Vooral onder Rotterdammers was het heel populair. In Kouwe Drukte 8 schreef A.G. Boxman er al over uit eigen ervaring! Ook Dirk Deelen sr en Jan Gores kwamen ooit over het ijs met een pijpje terug uit Gouda. Ze zullen vast niet de enige Poolsterren zijn geweest ...Anonieme citatenIn deze bijdrage plukken we lukraak een groot aantal anonieme citaten van uiteenlopende mensen uit het bovengenoemde werkje. Houd als lezer in gedachten dat het is samengesteld aan de hand van korte interviews en dat de informatie geen historische weerslag van feitelijke gebeurtenissen betreft, maar gebaseerd is op herinneringen aan een oude traditie.Er stonden banken klaarIn Rotterdam begon de tocht bij de Kralingse Plas. Bij de Korte Kade werd overgestoken naar het Gouds kanaal om dit te vervolgen tot de Lazaruskade in Gouda. Daar werden bij aankomst de schaatsen afgebonden op de daarvoor gereedstaande banken, geflankeerd door koeken-zopies met warme anijs- of chocolademelk en kraampjes met snert, stroopwafels en Goudse spritsen. Onder de stromen mensen die met de schaatsen in de hand de binnenstad introkken om pijpen te halen was melksalon Rust een Weinig in de Wachtelstraat een begrip. Er hing een sfeer die we nu associ%u00ebren met de Elfstedentocht.Ons %u2018sporttenue%u2019 in die dagen: pet, das, gewone overjas, kranten onder de trui, broek, hoge schoenen en houten noren met riempjes.Op sokken de stad inNa 1932 was doorrijden tot de Lazaruskade niet meer mogelijk omdat toen werd begonnen met de aanleg van de Julianasluizen. De schaatsers bonden daar af en gingen lopend naar het Bolwerk. Er werd wat gegeten en gedronken en dan de stad in. De schaats met schoen heeft ook een grote invloed gehad op de aard van de traditie. Mensen trokken toen noodgedwongen op sokken, pantoffels of met de taxi de stad in.Pas op bij het showrondje!Met Goudse pijpen op je pet, revers, op je rug of in de hand, doosjes siroopwafels en Goudse spritsjes aan linten om je nek, keerde je terug.De kunst was om de pijpen heel te houden. Bukkend onder lage bruggen door en vooral niet vallen. Daarnaast moest je ook nog de overlopen van oude traplopers en stro zien te overleven. Als je dan uiteindelijk op de Kralingse Plas terugkeerde en je het showrondje reed, voor al dat publiek dat de schaatsers kwam inhalen, volgde de grootste vuurproef. Menige pijp sneuvelde door de enorme drukte. AAls het bordje IJsclub Kralingen geopendaan de tram van de RET hing, ging je met lijn 1 naar de Honingerdijk. Vandaar was het een kwartiertje lopen naar de Kralingse Plas.