11-jarige rijdt Elfstedentocht 1941 uit

Tamme was nog maar elf

Auteur Ron Couwenhoven

Tamme de Vries uit Anjum was nog maar elf jaar toen hij in 1941 met zijn vader op het Elfstedenijs verscheen. Pa had een stempelkaart. Om kwart over zes vertrokken ze uit Leeuwarden, maar in Harlingen vond vader de Vries het welletjes voor zijn zoontje. Maar Tamme weigerde af te binden. Dus ging ook pa maar verder. Bij Witmarsum troffen ze notaris B. Bolwijn uit Anjum en de IJlsterrijders Troelstra en Cancrinus. Ze gingen aan de stok verder. Tamme in het midden. Zes minuten voor middernacht werden de stempelkaarten afgetekend in Leeuwarden.

'Kunt u nog iets voor deze stoere jongen doen?' vroeg notaris Bolwijn.  'Hij heeft het kruisje zo dubbel en dwars verdiend!'
Maar bestuurslid Kingma was onverbiddellijk: 'Nee, dat zou maar precedenten scheppen en eerlijk gezegd verdient dit voorbeeld ook geen navolging. Het kereltje was voor zo'n monstertocht te jong.'

Leeuwarder Nieuwsblad  d.d. 14 februari 1941

 

Bron

Het boek IJzige strijd voor eeuwige roem, uitgeverij Retrospect (Dieverbrug)

Nieuwsblad voor Friesland – Hepkema’s Courant d.d. 14 februari 1941
Leeuwarder Nieuwsblad - goedkoop advertentieblad d.d. 14 februari 1941

Bovenkant van de pagina