Kunstijsbanen in de wereld

400m kunstijsbanen

De Olympische schaatswedstrijden van 1960 in Squaw Valley werden voor het eerst op een speciaal daarvoor aangelegde 400 meter kunstijsbaan verreden. Kort daarna werd deze baan alweer afgebroken. De eerste permanente 400 meter kunstijsbaan werd een jaar eerder in Göteborg geopend. Beide banen bestaan inmiddels al lang niet meer. Vele kunstijsbanen zijn daarna gebouwd, vele zijn ook alweer verdwenen. Ouderdom, faillisement, gebrek aan belangstelling, soms door oorlogsgeweld. Andere zijn vervangen door indoorbanen.  

De geschiedenis van de 400 meter kunstijsbanen is nooit goed gedocumenteerd geweest. Deze geschiedenis begint in 1959, toen de eerste 400 meter kunstijsbaan werd geopend. Daarna volgden er al vrij snel meer. De baan in Amsterdam is anno 2015 de oudste kunstijsbaan die nog steeds in gebruik is. Onderstaand een overzichtje met de tien eerste 400 meter kunstijsbanen met de datum van ingebruikname:

Vooral in Nederland en Japan groeide het aantal kunstijsbanen in de jaren ’60 en ‘70 snel. In Noorwegen kwam de stroom kunstijsbanen wat later op gang. Hoeveel banen zijn er nu? Uitgaande van 400 meter banen die geschikt zijn om officiële wedstrijden te rijden zijn er momenteel ( oktober 2015) 99 banen in gebruik, verdeeld over de volgende landen:
 

Hoog gelegen banen leveren bij wedstrijden vaak snellere tijden door de lagere luchtweerstand. Hoe hoger de baan hoe lager de luchtweerstand en hoe sneller de tijden. Dit geldt dan vooral voor de kortere afstanden, bij een 5000m en een 10.000 meter speelt dit in mindere mate mee. We spreken van een hooglandbaan als deze meer dan 500 meter boven zeeniveau ligt.

Een overzichtje van de hoogst gelegen banen:

Calgary Olympic Oval

 

Behalve de hoogte spelen voor snelle tijden meerdere factoren mee. Is de baan overdekt, worden er top evenementen gereden, en ook de ijsverzorging speelt een belangrijke rol. Onderstaand overzicht laat het aantal wereldrecords zien per kunstijsbaan ( stand oktober 2015).

 

Hamar Vikingskipet

 

Hoog gelegen banen zoals Medeo, Calgary en Salt Lake City hebben logischerwijs de meeste wereldrecords op hun naam staan. Squaw Valley was maar een jaar open, scoort daarom slechts drie wereldrecords. Inzell was één van de eerste hoog gelegen kunstijsbanen ( geopend in 1965) en was destijds goed voor vele records. Na de komst van indoor banen veranderde dat. Het laatste record in Inzell was in 1990. Ook op Medeu is al vele jaren geen record gereden. Het komt tegenwoordig maar sporadisch voor dat een record niet in Calgary of Salt Lake City word gereden. Olympische banen scoren nog relatief goed. Begrijpelijk, want de beste omstandigheden worden gecreëerd, de beste rijders staan aan de start, en in hun beste vorm. Heerenveen heeft het geluk dat het éen van de eerste indoor banen was, en mag bovendien meerdere keren per jaar de wereldtop ontvangen voor een World Cup, een EK of een WK.

 

Met het groeiende aantal banen ontstond ook een groeiende verscheidenheid aan banen. Göteborg had een demontabele baan waarbij na de winter de buizen werden opgeruimd zodat het stadion voor andere doeleinden kon worden gebruikt. Amsterdam had een permanente baan die speciaal voor schaatsen is neergelegd. Heerenveen kreeg een kortebaan-poot. In Zweden kwamen een aantal bandy banen, waarop een 250 meter hardrijbaan kon worden uitgezet, de eerste al in 1956. Er kwamen 333 meter banen, soms overdekt, soms niet. De eerste indoor banen werden eind jaren ’80 geopend. Snel volgden allerlei varianten van overkappingen. Volledige overkapping, gedeeltelijke overkapping. Göteborg kreeg een baan met dak, maar zonder wanden. En dan zijn er ook nog bijzondere banen, zoals de tijdelijke Coolste Baan in het Olympisch Stadion in Amsterdam, de 400 meter tunnelbaan in Rotterdam en de 5000 meter baan in Biddinghuizen, die later werd ingekort tot een 3000 meter baan.

Met de vele variaties en verbouwingen ontstaan ook vele vragen. Die zijn vaak lastig te beantwoorden. Dat geld vooral voor banen die inmiddels niet meer bestaan.

Door de jaren heen veranderen de banen van eigenaar, en dus van naam. Soms meerdere keren. Maar wanneer was dat en waarom kreeg het deze naam. Wanneer werd een baan nu eigenlijk geopend of gesloten? Wanneer is bijvoorbeeld de ijsbaan in Breda geopend? Of wanneer werd het IJsselstadion in Deventer vervangen door de Scheg? Waarom vind ik geen wedstrijduitslagen uit Haarlem in 1980? Het vergt tegenwoordig veel zoekwerk om dergelijke informatie terug te vinden, als het al te vinden is. En dan is het voor buitenlandse banen nog veel lastiger om dergelijke informatie terug te vinden dan voor Nederlandse banen.

Ook een beperkt aantal kleinere kunstijs banen zijn in dit overzicht opgenomen. Hierbij gaat het om alle Nederlandse kustijsbanen/hallen, met een permanent karakter, en een aantal buitenlandse kunstijs banen waarop langebaan wedstrijden worden of werden verreden. De baanlengtes kunnen variëren van 200 meter tot 333 meter.

Bronvermelding

Martin van der Bij, begunstiger (lid) van de verzamelkring De Poolster

Bovenkant van de pagina