21 januari 1963. Acht uur onder weg van Texel naar Den Helder

 

Vijftig auto’s waren bij Uitgeest vastgeraakt in een sneeuwstorm, die aangewakkerd door een felle oostenwind over het land joeg. In Groningen raakten hele dorpen geïsoleerd. De gemeentebesturen van Appingedam en Bierum riepen de hulp in van het leger om sneeuw te ruimen. Oudeschip in Noord-Groningen raakte al voor de derde keer in deze winter afgesneden van de buitenwereld. De rijksweg tussen Eemnes en Hoevelaken en de Afsluitdijk moesten worden afgesloten voor alle verkeer. De ijsgang op de Waddenzee was zo zwaar, dat de veerboten de Friese en Groningse kust al dagenlang niet meer konden bereiken. Vlieland onderhield zijn verbindingen met de vaste wal nu via een lijndienst naar IJmuiden over de Noordzee, maar ook daar kwam deze zaterdag 19 januari 1963 een einde aan. Het motorschip Vlieland-Oost moest kort na het verlaten van de van en IJmuiden terugkeren. De harde wind sloeg zoveel buiswater over het schip, dat er zware ijsvorming aan de dekken plaatsvond, waardoor gevaar voor kapseizen ontstond.

Ook de dienst Texel – Den Helder moest worden gestaakt. Dat was een unicum, maar wat was er eigenlijk niet bijzonder in deze winter, waarop op deze barre zaterdag zelfs de veerdienst Oostende – Dover moest worden gestaakt wegens de zware ijsgang. Dat was nog nimmer voor gekomen.
De TESO, de maatschappij, die de veerdienst tussen Texel en Den Helder onderhoudt, had ’s ochtends omstreeks acht uur veerboot De Dageraad nog op weg gestuurd met 35 passagiers, onder wie twee hoogzwangere vrouwen.

Het schip had de trossen los gegooid voor de zwaarste reis, die ooit door de maatschappij was ondernomen. Het was gelijk al duidelijk dat De Dageraad een zware worsteling te wachten stond. Het duurde alleen al anderhalf uur voordat men veerhaven ’t Horntje had verlaten. Het getij en de wind dreef zware ijsvelden door het Marsdiep richting Waddenzee en om half elf – twee-en-een-half uur na het vertrek – was het schip pas zestig meter de haven uit. Toen kwam De Dageraad vast te zitten in een onafzienbaar ijsveld, dat door de tot stormkracht aangewakkerde wind in noordelijke richting afdreef. Hulpeloos schoof het schip richting Oudeschild en de ondiepten van de Waddenzee, zodat ijlings om hulp gevraagd moest worden bij de marine, die onmiddellijk de sleper Hercules naar De Dageraad dirigeerde. Bovendien werd een helikopter in gereedheid gebracht, waarmee een dokter aan boord van het schip gebracht kon worden om de beide zwangere dames te assisteren.

Ook de Hercules kwam in de problemen in de zware ijsvelden, waarin later ijsdiktes van niet minder dan een meter gemeten werden. Pas na een uur slaagde de sleper er in de steeds verder afdrijvende veerboot naar dieper water te slepen. Het was toen inmiddels kwart over één. De Dageraad besloot op eigen kracht verder te gaan naar Den Helder. Op de terugweg kreeg De Hercules vlak voor de veerhaven van Texel problemen met het koelsysteem. Nu dreigde het marineschip door de snel invallende eb aan de grond te raken, maar de machinisten slaagden er na ruim een half uur in het euvel te verhelpen.

Dat was net op tijd, want inmiddels was De Dageraad op enkele kilometers van Den Helder opnieuw in ernstige problemen gekomen. Het schip was weer vastgeraakt in een ijsveld. Er werd een nieuwe sleepkabel overgebracht, maar om kwart over twee brak deze stalen kabel alsof het een luciferhoutje was. Nu dreigde de sterke ebstroom de hulpeloze veerboot mee te sleuren naar de Noordzee. Er zou dan niets anders opzitten om richting IJmuiden te varen, maar net als bij De Oost-Vlieland dreigde dan het gevaar voor kapseizen wegens bevriezing van overkomend buiswater.

Zowel op de dijk van Texel als bij Den Helder volgden talloze toeschouwers de zware strijd van beide schepen. Tot hun grote opluchting zagen zij dat De Hercules er op het laatste moment in slaagde De Dageraad vrij van het ijs te trekken, waarna de schepen met grote snelheid richting Den Helder gingen. Om half vier – na een tocht van niet minder dan zeven-en-een-half uur – meerde De Dageraad af.
Op Texel lag de veerboot Koningin Wilhelmina ingevroren in de haven van Oude Schild en in Den Helder verbleven inmiddels honderd passagiers voor Texel, die niet weg konden, omdat men De Dokter Wagemaker onder de erbarmelijke omstandigheden niet de zee op durfde sturen.

Zondagochtend 22 januari waagde De Dageraad nog wel een poging om terug te keren. De Hercules zou opnieuw assistentie verlenen, maar nadat men omstreeks elf uur de haven van Den Helder verliet raakten de schepen onmiddellijk vast in het ijs, dat ze tot ver benoorden ’t Horntje op Texel meesleurde. Pas toen het eb werd raakte men los en zocht ijlings de veilige haven in Den Helder op. Het gevecht met het ijs had drie uur geduurd. Texel was nu alleen nog per vliegtuig bereikbaar.

Bovenkant van de pagina