1838. Zeldzaam ijsvermaak voor meer dan 6000 mensen

 

Volksfeest op de Zuiderzee bij Hindeloopen

De Winter van 1838 bracht een ongekend aantal mensen op de been tijdens een drie daags ijsfeest op 13, 14 en 15 februari op de Zuiderzee nabij Hindeloopen. De Leeuwarder courant deed er twee dagen achtereen verslag van.

Gisteren en heden hadden wij het genoegen ons te mogen verlustigen in een schouwspel, dat door deszelfs zeldzaamheid ieder die er ooggetuige van was verrukt. De Zuiderzee, die zoover het oog reikt, geheel met ijs bezet is, bood sedert eenige dagen in de nabijheid onzer stad de gelegenheid aan, dit Volksfeest te doen plaats hebben, hetwelk men met regt mag zeggen aan Vriesland bijzonder eigen te zijn, namelijk een wedloop op schaatsen. 64 personen dongen naar den uitgeloofden prijs van welk getal den eersten dag 16 overig bleven. Heden werd de strijd voortgezet en het mogt aan Durk Jitses van der Wal, oud 25 j. van Workum gelukken den prijs te behalen, bestaande in een fraai zilveren tabaksdoos, terwijl de premie een dito vork en lepel aan Klaas Althuisius oud 27 j. van Gaastmeer ten deel viel.

Door het schoonste weder uitgelokt, had zich telkens een ontelbare schare, zoo te voet en op schaatsen als met arresleden, uit de environs op de bevroren waterbaan vereenigd, waar een aantal tenten waren opgeslagen, zoo ter bekoming van ververschingen als artikelen van handel, met name gewerkt zilver, van welk laatste als aandenken aan deze gebeurtenis, door een groot aantal werd gebruik gemaakt.

Men verbeelde zich, dat van de havens van Hindeloopen en Workum, op een half uur afstand in zee, niet ver van de middelgronden, sedert geruimen tijd zich onderscheidene ijsklompen gevormd hadden, waarvan sommige meer dan 7 Ned. ellen hoog, die zich van de kust af te zien, als een bergketen gevormd hadden en bij het heldere zonlicht dezer dagen, dus een prachtig en schitterend gezicht opleverden.

Niet vreemd dus, dat vele inwoners van Hindeloopen en Workum, door nieuwsgierigheid aangedreven op Zondag den 11en dezer maand, zich buiten hunne havens op zee begaven, om die ijsblokken van naderbij te beschouwen, dat zonder gevaar heeft kunnen plaatsvinden. Aan een klein gezelschap uit Hindeloopen bleek het, dat op een kwartier afstand van de haven, een geschikte ijsbaan te vinden was, om daarop een gewone wedstrijd op schaatsen te kunnen houden, waartoe dan ook dadelijk besloten werd, en men de volgende dag reeds, die noodige schikkingen maakte, alles tot dat einde in gereedheid te brengen. De baan voor den wedstrijd werd het eerst in orde gebragt, op den afstand in zee als boven is bepaald, en vandaar banen geveegd naar de havens van Hindeloopen en Workum, zoomede tot de opgegevene ijsbergen en nu ook brak den morgen van Dinsdag den 13 dezer niet aan, zijnde de dag voor het aangekondigde feest bestemd, of reeds vroeg wapperden van alle schepen, die in de haven van Hindeloopen lagen, de vlaggen, en werden vele tenten opgeslagen, vanaf de haven tot de hardrijdersbaan, jazelfs voorbij, tot aan de ijsbergen, welke laatsten evenals de tenten met vlaggen werden voorzien. Men verbeelde zich nu, welk een schouwspel dit alles opleverde, bij het begroote getal van meer dan 6000 menschen (het jubileumboek van de IJsclub Hindeloopen maakt zelfs gewag van circa 8000 belangstellenden), welke aan dat ijsvermaak, gevoegd bij het schoonste weder, twee dagen achtereen deelnamen. Geen ijsvermaak dat gedurende dezen winter plaats had, mag daarbij in uiterlijke vertooning een zeldzaamheid genoemd worden. Wonderlijk was het te zien, die lange stroom van menschen, vanaf de Workumer en Hindelooper Zeesluizen tot aan de ijsbergen, welke laatsten op den afstand van een half uur in zee, als het ware, naar forten geleken, prijkende met derzelver vlaggen, en tegelijk als bestormd schenen te worden, door het groote getal menschen, die daarbij opklommen, alles leverde een zoo vreemd als schoon gezicht op.

Intusschen had de voormelde wedloop plaats, en ook daarbij was een groote belangstelling, bestendig levendig, terwijl een menigte arresleden, om strijd heen en weder er bij omdraafde, daar andren van tijd tot tijd de tenten bezochten om ververschingen te gebruiken, of zich ter gedachtenis aan dit feest iets aan te schaffen, zoodat de inkoop gedurende deze beide dagen de aanmerkelijke som van meer dan f 3000 heeft bedragen.

In een woord, alles heeft medegewerkt, dit buitengewone feest op de Zuiderzee, voor degenen welke het bijgewoond hebben, onvergetelijk te maken, wegens de zeldzaamheid.

Het zou 17 jaar duren alvorens er weer wedstrijden op Zee bij Hindeloopen zouden worden gehouden. 75 deelnemers betwistten elkaar op 19 februari 1855. De hoofdprijs, een gouden horloge, ging naar  W. Dijkstra uit Buitenpost; de premie, een zilveren tabaksdoos, was voor Okke v.d. Wal uit Workum. Op 23 februari werd er een hardrijderij voor mannen en vrouwen georganiseerd. De ‘prijs’ ging naar A. v.d. Weij uit Hieslum en Albertje Postma van Workum; de premie werd gewonnen door Minze de Boer uit Hindeloopen en Sietsche Postma uit Workum.

Bovenkant van de pagina