50 jaar Zaanse IJskronieken, de strenge winter van 1940/41

De winter van 1940/41, december

Karaktergetal:       - 158
Aantal ijsdagen:        29
Aantal vorstdagen:    74
Tijdsduur:               van 14 december - 7 februari

Ook ons land staat nu helaas een Oorlogswinter te wachten en wat dat zeggen wil, kunnen we ons nu misschien nog niet direct indenken.
Er is hier veel veranderd en we beginnen terdege te beseffen wat het betekent om in "bezet gebied" te leven en te werken.
De meesten van ons is het niet gegeven, deze dans te ontspringen. Zelf.zijn wij in dit rampjaar 1940 getrouwd en zullen dus onze eerste winter samen beleven.
En dat leven is er niet eenvoudiger op geworden; kolen zijn nu op de bon, turf is moeilijk te verkrijgen, er is weinig vet en boter, kortom, het leven is niet meer zo, als we gewend waren. Maar daarom klagen we nog niet! Velen in andere streken hebben het heel wat moeilijker en zo zullen wij trachten ervan te maken wat ervan te maken is. En de ijsgenoegens, waar we ons in normale tijden altijd zo op verheugden, zullen nu wel eens opzij gezet moeten worden om die andere zorgen het hoofd te bieden; daarbij hopend, dat de komende winter niet al te streng zal zijn!
Toch begint het ook dit keer weer vroeg, want, evenals het vorig jaar - merkwaardige bijzonderheid , valt de vorst half december in.

14 december
Het heeft een graad of vijf gevroren, de hemel is helder en de vooruitzichten lijken vrij gunstig voor aanhoudende vorst. Wat dit laatste betreft, zijn we nu geheel op "eigen waarnemingen" aangewezen, want weerberichten komen nu niet meer in de krant, laat staan weer-overzichten.

15 december
Vannacht opnieuw - 5 C. vorst, maar het ijs is nog niet sterk genoeg om te gaan rijden. Bovendien moet het nu, als getrouwd man, uit zijn met "waaghalzerij" (want dat was het toch wel eens!) of dat echter zo maar één, twee, drie over zal zijn, dat betwijfel ik. De wind (Z.O.) is gestild en vandaag noteren we de eerste ijsdag, de temperatuur bleef ook overdag onder nul.

16 december
Het vordert niets met het ijs; het heeft slechts gering ge­vroren en bovendien is de wind naar bet Z.W. gedraaid.

19 december
Na een paar dagen dooi, begint bet opnieuw te vriezen en wel zo, dat we nu kunnen aannemen om a.s. zondag schaatsen te gaan rijden.

20 december
Met N.O.-wind vroor het in de afgelopen nacht - 7 C. Voor de eerste keer weer op de schaats! Na een paar flinke winterse dagen is het vandaag alweer zover gekomen dat we de schaatsen konden onderbinden. In het Westzijderveld wordt overal gereden, maar natuurlijk liggen er nog een flink aantal wakken, zodat uitkijken geboden is. Vele ijsbanen werden vandaag geopend en menigeen profiteerde van de gelegenheid om weer eens een baantje te rijd,en, iets wat nu eenmaal niet gauw verveelt en bovendien in deze donkere tijden een welkome afwisseling is.
Maar overal hóópt en hóórt men hetzelfde, nl. dat de koude niet strenger zal worden en ook niet van lange duur zal zijn, want daarop is de brandstoffenvoorraad niet berekend!

23 december
Opnieuw een vorst van - 7 C. De Zaan ligt dicht; de Gouwzee ook en zelfs is men alweer over het ijs naar Marken geweest. Berichten over de grote rivieren ontbreken.

24 december
Temperatuur om het vriespunt. Op de schaats naar Krommenie en Oostzaan geweest. Op sommige plaatsen is het ijs nog steeds niet geheel vertrouwd.

Kerstmis 1940
Hoewel er vanzelfsprekend belangrijker dingen zijn dan het maken van ijstochten tijdens de Kerstdagen, toch moet ik er melding van maken hoezeer het ons speet, dat daarvan niets terecht kwam, omdat er lichte dooi is ingetreden. Ondanks die lichte dooi, konden we op de eerste Kerstdag in het binnenveld nog schaatsen, maar de tweede begon het vooral 's middags hard te dooien. 's Avonds viel er wat regen, zodat deze eerste vorstperiode hiermede wel eens afgesloten kon zijn.
De laatste dagen van het jaar gaan in mijn dagboek althans, onopgemerkt voorbij en zo scheiden we dus van dit beruchte jaar 1940. Wat zal 1941 brengen?

De winter van 1940/41, januari

1 januari
Na een paar dooidagen is de vorst opnieuw ingevallen en dit keer ziet het ernaar uit, dat het wel eens een periode van langere duur kon zijn. In de nacht van 2 op 3 januari vriest het - 9 C. en er waait een harde Oostenwind, zodat we volop in de winter zitten.

4 januari (zaterdag)
Vandaag de schaatsen weer ondergebonden en het gehele Westzijderveld verkent. Ondanks enkele wakken was het ijs wat men noemt "goed" en daarmee zijn we al meer dan tevreden.

5 januari (zondag)

De eerste IJs-zondag. Tevens eerste sneeuwval van deze winter. Ondanks de harde de Oostenwind is het vandaag een mooie dag te­ worden. Naast de vele wedstrijden op de diverse ijsbanen, werden er al tochten gehouden door geheel Waterland. Zo had o.a. de actieve Y.H.N. al een baan uitgezet van Edam naar Monnicken­dam. Toch bleek de animo minder groot te zijn dan andere jaren en dat is geen wonder, de tijdsomstandigheden in aanmerking genomen. Maar we blijven nu eenmaal een  volk van schaatsenrijders en laten ons niet zo gauw  afschrikken nu zoveel andere factoren een rol spelen .....
Inmiddels schijnt de winter in Europa steeds strenger te worden maar de berichten hierover zijn zeer schaars. De eerstvolgende dagen ondergaat het weer ook hier weinig verandering en het vriest steeds maar door. Temperaturen tot - 9 C. zijn geen zeldzaamheden. Ook nu komen in deze vrij strenge vorstperiode weer felle branden voor, o.a. te Arnhem, waar een hulpkerk ver­brandde. In Huizen was het een villa, aan de Coenhaven te Amsterdam brandde een grote loods af  en te Holten werd een hotel door het vuur verwoest.
Overigens leest men in de krant niets, wat op de koude betrekking heeft. Over de ijsgang op de grote rivieren bijvoor­beeld, is me helaas niets bekend, zodat ik dit onderwerp en vele andere, wel noodgedwongen moet laten rusten.

7 januari
Vandaag moet ik helaas melding maken van een zeer droevig ijsongeval, hier ter plaatse, waarvan de zestienjarige Piet Krijgsman slachtoffer is geworden.
Met twee van zijn vrienden reed hij op de Gouw huiswaarts, maar vlak bij de hoek Gouw-Weelsloot is nog steeds een wak, wel bedekt met ijs maar niet sterk genoeg.
De jongen geraakte hierin en ondanks directe reddingspogingen slaagde men er niet in, hem eruit te halen. Dit gebeurde pas veel later en hoewel Dr. De Jong wel meer dan een uur lang kunstmatige ademhaling toepaste, kon helaas slechts de dood geconstateerd worden. De deelneming met de zo zwaar getroffen familie Krijgsman is begrijpelijkerwijze zeer groot.

Dat ondanks de strenge vorst van de laatste dagen een dergelijk ongeluk nog kon plaatsvinden moet ook geweten worden aan de sneeuw op het ijs; de sneeuwlaag verhindert ijsvorming en boven­dien zijn de zwakke plekken minder goed zichtbaar.

8-12 januari
Nog steeds aanhoudende vorst. Zeer tot mijn spijt moet ik dit­ maal bemerken dat ik gedurende deze dagen verzuimde om  de juiste temperaturen te vermelden en dat verzuim is niet meer te achterhalen. Hoe het komt? Ik weet het echt niet meer, de wittebroodsweken waren toch al voorbij... Wat ik dan nog wel noteerde is het volgende:
Op 8 januari opent IJsclub "Voorwaarts" te Koog aan de Zaan een prachtige ijsbaan op de Zaan tussen "De Waakzaamheid" en de Julianabrug. Er zijn vier brede banen van enkele honderden meters uitgezet, zodat men daar naar hartelust  kan rijden.
Hulde voor dit mooie initiatief! En voorts rijdt men "in maneschijn" want van verlichte ijsbanen is nu, tengevolge van de verduisterings- bepalingen, geen sprake meer.
Een mooie ijstocht maakten mijn broer en ik op 9 januari; om half twee bonden we op naar Purmerend, reden vervolgens over Edam naar Monnickendam en vandaar over de Gouwzee naar Marken.
Ondanks het feit dat het een dag in de week was, werd er nog druk gereden, vooral op de Gouwzee. En natuurlijk ontbraken de ijsschuitjes niet, het was weer een bijna volmaakt winterbeeld. Met de wind in de rug reden we via Ilpendam, den Ilp en Oostzaan weer terug en waren om half zes thuis. De traditionele rit zat er weer op!
De veerdiensten over de Zaan worden op11 januari gestaakt; over de vaargeul worden noodbruggen gelegd, hetgeen weer doet denken aan de winter van 1940. De Zaandammerboot houdt het nog steeds vol ondanks zware ijsgang in de Voorzaan.

11 januari (zaterdag)
Hoewel het nog steeds vriest, begint er toch verandering in het weer te komen. Vanmiddag dooide het zelfs maar nu het vanavond een beetje vriest, stijgen de kansen op een tweede IJs-zondag! Vandaag wordt in Friesland al de Elfmerentocht gereden waar­ voor 7000 deelnemers zich hebben opgegeven. Vermoedelijk zal de Elfstedentocht nu wel gauw volgen.

12 januari (zondag
Zware mist, maar toch een mooie IJs-zondag. Deze dag stond in het teken van de ijstochten.
De Zaanse V.V.V. organiseerde haar derde Molen- en Merentocht waarvoor maar liefst 4180 deelnemers hadden ingeschreven. Het was een prachtige tocht, waaraan ik zelf ook heb deelgenomen.
In verband met de mist waren op het Alkmaarder Meer speciale voorzorgsmaatregelen genomen, hetgeen zeer noodzakelijk bleek. Men moest nl. over de vaargeul heen, die door de Alkmaarder Packetboten wordt opengehouden. Er was echter voor een behoorlijke noodbrug gezorgd en groepsgewijze werd men deze gevaarlijke plaats heen geloodst. Op zichzelf al een hele organisatie omdat de mist steeds dikker werd en afdwalen op het wijde Alkmaarder Meer niet uitgesloten was. Ongelukken zijner echter niet gebeurd en in totaal waren er slechts 21 uitvallers.

Ook de Y.H.N. hield een Dorpentocht waarvoor grote belangstelling bestond. Te Purmerend startten ruim 2500 deelnemers terwijl in Alkmaar en Hoorn resp. 600 personen zich hadden aange­meld voor de prestatietocht en 900 voor de  toertocht. Ruim 90% van het aantal deelnemers heeft de 100 of de 65 km. tocht tot een goed einde gebracht. Het ijs verkeerde in goede conditie, zodat deze tochten wel goed geslaagd zijn (Zaanlander van 13/1/1941).

Tenslotte nog iets over de Nederlandse Schaatskampioen­schappen die te Bergen werden verreden en zaterdag al begonnen waren. De Zaankanter S. van Hoorn uit Zaandijk sloeg hier een zeer goed figuur door zich in het totaal klassement als vierde te plaatsen. Van der Scheer won de 500 meter in 47,8 seconden, Keyzer de 5000 meter in 9 min.16,6 sec., Langendijk de 10.000 meter in 18 min.56,2 sec. en Buyen de. 1500 meter in 2 min.32,6 sec. Het eindklassement luidde als volgt:
1. H. Buyen 8½ pnt.; 2. J. Langendijk 9 pnt.: ;3. R. Koops 18 pnt.; en 4. S. van Hoorn 22 pnt. Van der Scheer werd vijfde met 24 pnt. Buyen werd dus toch Kampioen van Nederland, hoewel het heel weinig scheelde met Langendijk!
Over de plaatselijke wedstrijden van deze IJs-zondag zal ik niet uitwijden daar het aantal te groot is om op te noemen.
Er is vandaag overal volop van het ijs geprofiteerd en ondanks oorlog en misere, vierde de ijssport weer eens hoogtij!

13 januari
De dooi is ingetreden. Na een mooie IJs-zondag heeft de aanval van de dooi, waarvan we al een klein voorproefje kregen, toch succes opgeleverd. Het dooit vrij hevig nu, het regent en de wind is Noord-West.

14 januari
Aanhoudende dooi, maar het is nog niet zeker of deze dooi van blijvende aard zal zijn.

15 januari
De vorst is opnieuw ingevallen, het heeft vannacht flink ge­vroren, zodat het ijs weer berijdbaar is. De ijsbanen zijn vandaag alweer geopend.

16 januari
Vorst van hedennacht - 9 C. De winter begint dus weer strenger vormen aan te nemen en dat is in deze tijden niet zo erg best. Of zou het misschien toch nog "ergens" goed voor zijn?

17 januari
Het blijft vriezen, daarbij valt er sneeuw en 's avonds ligt er een flink pak van dat witte goedje, waar alleen de schooljeugd plezier aan beleeft.

18 januari (zaterdag)
Weinig verandering in de situatie. Men werkt met man en macht aan het traject van de Molens- en Merentocht. Morgen zou de vierde tocht plaatsvinden.

19 januari (zondag)
Zware sneeuwval in de nacht van zaterdag op zondag. Het heeft vooral tegen de ochtend enorm gesneeuwd, tevens vroor het nog C
- 4 .,  maar overdag begint de temperatuur op te lopen en in de middag valt de dooi in.
Onder deze omstandigheden was het onmogelijk om de vierde Molehs-" en Merentocht doorgang te doen vinden, de tocht moest worden afgelast; er waren ruim 5000 inschrijvingen ......
Daar de later invallende dooi nog van weinig betekenis was, konden de plaatselijke wedstrijden wel doorgaan.
Zo werden er hier in Westzaan nationale wedstrijden gehouden op de Euverenweg, georganiseerd door de B.V. "Noord". Er waren 18 deelnemers, C. Bakker uit Zaandam werd winnaar van de eerste prijs, groot f 25,--.
Zaterdagmiddag was het de IJsclub "Westzaan" die op haar banen aan de Weelsloot niet minder dan 54 deelnemers kon laten starten. De snelste rijder bleek daar te zijn Kees Ruiter uit Zaandam (eerste prijs f 25,--).

Ook dit keer is het natuurlijk niet mogelijk om alle wedstrijden te noemen, daarvoor is het aantal veel te groot. Een uitzondering maak ik voor de Nationale Hardrijwedstrijden voor amateurs te Kolhorn en Nieuwe Niedorp. Te Kolhorn werd de Zaandijker van Hoorn eerste op de 500 meter in de beste tot nu toe gemaakte tijd van 47,6 sec.! L. Muts uit Jisp reed zaterdag te Nieuwe Niedorp en werd derde op de 500 meter achter Roos en Langendijk. Een mooie prestatie van beide Zaankanters!

20 januari
Nog enkele sneeuwbuien maar de dooi zet nu voorlopig (?) door, er kan echter nog zoveel gebeuren, daar weten we alles van.

20-26 januari
Gedurende deze dagen is er weinig te vermelden. Het ijs gaat hard achteruit en velen rekenen er al op, dat het einde van de winter is gekomen. Zelf behoor ik blijkbaar ook tot die­genen, want mijn dagboek "zwijgt in alle talen". Vermoedelijk heb ik in die dagen andere zorgen gehad, anders zou ik toch zeker wel enige symptonen ten aanzien van het weer vermeld hebben.
In de nacht van zaterdag op zondag valt de vorst opnieuw in en kunnen we het verdere verloop, zij het dan met enige hiaten, weer volgen.

26 januari (zondag)
Harde Oostelijke wind met enige graden vorst. Onverwachts is de winter weer ingevallen. Dat deze derde vorstperiode wel zeer ongelegen komt, laat zich indenken, want de brandstoffen voor­ziening laat nu al te wensen over. Maar de winter stoort zich nergens aan en het ziet ernaar uit dat de eerstkomende dagen behoorlijk koud zullen zijn.

27 januari
Door de aanhoudende vorst worden de meeste ijsbanen vandaag alweer geopend. De animo is ditmaal niet groot meer, men oordeelt nu heel anders over de terugkeer van de winter, maar er is nu eenmaal niets aan te doen ....

28-31 januari
De vorst houdt stand. Scheepvaartverkeer op de Zaan voor kleine schepen geheel stilgelegd. Slechts een enkeling slaagt erin om met veel moeite door de vaargeul heen te breken.
Met doorgaande vorst gaan we de maand februari in en het is voor alles te hopen dat de koude, die we mogelijk nog voor de boeg hebben, minder streng zal zijn. Het leed is anders niet te overzien!

De winter van 1940/41, februari

1 februari
In de afgelopen nacht heeft het weer flink gevroren - temperatuuropgave ontbreekt wegens kapotte thermometer - maar er komt toch verandering in het weer. Er zit sneeuw in de lucht en 's avonds negen uur ontlast zich boven de Zaanstreek een flinke sneeuwbui. De maand februari zet dus wel weer zéér winters in.

2 februari (zondag)
Ondanks minder gunstige weersomstandigheden is het vandaag toch nog een mooie IJs-zondag geworden, de vierde van dit seizoen.
Zware sneeuwluchten voorspelden niet veel goeds, maar gelukkig bleef het bij een enkel buitje zodat de banen voor ijstochten en die van de diverse ijsclubs, goed berijdbaar bleven.
De vierde Molen- en Merentocht van de Zaanse V.V.V. is ook dit keer een groot succes geworden. Er waren ruim 2350 deelnemers, waarvan de meesten het 50 km. lange traject uitreden en vooral op het Alkmaarder Meer genoten hebben van het ijs, dat daar in prima. staat verkeerde. Daarbij een prachtig sneeuwlandschap, waarvan voor een ieder die daar oog voorheeft, een grote bekoring uitgaat. Zo kan het actieve Zaanse V.V.V.-bestuur dus op een goed ge­slaagde dag terugzien.

De Zaanse VVV organiseerde op 2 februari zijn vierde Molen-en Merentocht, waaraan 2350 liefhebbers deelnamen.
De route voerde over het Kalf bij Zaandam. Op de achtergrond oliemolen De Strijd.

Ook het Y.H.N. organiseerde weer Dorpentochten en van vier startplaatsen vertrokken totaal 2400 deelnemers, waarvan ditmaal slechts ongeveer de helft de finish bereikte. De moeilijkheden waren hier veel groter omdat de rijders niet wisten langs welke route gereden zou worden. Voor een prestatietocht is dit wel aantrekkelijk maar voor vele deelnemers leverde dit nogal eens moeilijkheden op; van de prestatietocht bereikte 85% de finish. In Westzaan hield de IJsclub "Lambert Melisz" zondag­ een groots gekostumeerd ijsfeest, waarvoor veel belang­ stelling bestond. De jury - burgemeester Jantzen, D. Schipper en A.N. Hartman - had een heel moeilijke taak om de winnaars aan te wijzen. Een aardige bijzonderheid is nog dat jurylid de heer Bartman, dertig jaar geleden bij een hardrijderij van "Lambert Melisz" een zilveren horloge won!
Zo behoort ook deze IJs-zondag weer tot het verleden en iedereen vindt dat het nu maar afgelopen moet zijn!

3 februari
Maar nog steeds vriest het voort en wanneer dit nog een paar dagen duurt, kunnen we ook dit jaar weer op een Elfstedentocht rekenen. Vandaag is de datum vastgesteld en wel op donderdag, 6 februari a.s.

4-5 februari
Aanhoudende vorst. Meer dan 2000 bezoekers woonden vandaag de Nationale hardrijderij voor vrouwen bij, die te Assendelft werd gehouden op de banen van de Zuider IJsclub. Prominente hard­rijdsters uit Friesland waren aanwezig en startten als favo­rieten toch wist een Zaans meisje beslag te leggen op de tweede prijs; hieronder volgen de uitslagen:
1.  Ielkje Nienhuis, Makkinga            f 80,--
2.  Alie Buys         , Oostzaan            f 40,--
3.  Antje Pijlman   , Bonkelok            f 20,--
4.  A. Vas              , Krommeniedijk  f 10,--

6 februari (donderdag)
Elfstedentocht in Friesland
Ondanks oorlog en bezetting, verduisteringsbepalingen, enz.enz. is het dan tòch weer zover gekomen. Meer dan 2500 deelnemers zijn vandaag gestart voor de zevende Elfstedentocht!
Hoe kàn het, zullen latere geslachten misschien zeggen; hoe kan men nog denken aan een Elfstedentocht in de omstandigheden waarin ons land verkeerde. En het zag er ook eerst helemaal niet naar uit, dat de beroemde tocht doorgang kon vinden.
Het bestuur van de Elfsteden vereniging had nl. al in principe besloten om in verband met de vele problemen, af te zien van het organiseren van de tocht. Maar toen een aantal schaats­liefhebbers het traject individueel had uitgereden, was er geen houden meer aan, het bestuur zette door en ... vandaag is het de grote dag. Het is een mooie tocht geworden, begunstigd door behoorlijk weer. Winnaar werd Auke Adema uit Franeker, die de circa 200 km. aflegde in de tijd van 9 uur en 19 minuten.
Direct na hem volgden Bosman uit Breukelen (tijd 9 uur 22 min.) en daarna weer een Fries, L. Geveke uit Leeuwarden (tijd 9 uur en 24 min.). De gehele tocht volbrachten 494 wedstrijddeel­ nemers en 1672 tochtrijders, onder wie zelfs 66 dames. Eerst aankomende dame was Wobkje Kooistra uit Warga.
Het totaal aantal deelnemers bedroeg circa 2500 en zou in normale tijden zeker hoger geweest zijn; velen hebben dit keer verstek laten gaan, mede veroorzaakt door de slechte verbindingen. Maar tòch is er wéér een Elfstedentocht gehouden!

7 februari
Precies één dag na de Elfstedentocht valt de dooi in. Er vallen vandaag flinke regenbuien en het ziet er voorlopig althans naar uit, dat er een einde aan de winter is gekomen. Maar er kan nog heel wat gebeuren, dat weten we nog al te goed in 1929 en 1940 ...
In de afgelopen nacht woedde een felle brand in Zaandam. Een grote loads aan de Valkstraat brandde geheel uit, waarbij tien vrachtauto's, eigendom van de firma Simon de Wit verloren gingen. Met tien stralen werd bet vuur aangepakt, de loods brandde vrijwel geheel uit; schade een ton!
Weer dus zo'n fikse brand, midden in de winter, al vroor het dan nu niet hard meer. Maar toch branden in de wintermaanden komen veelvuldig voor.

8 februari
De dooi zet door en er is al zoveel water op het ijs gekomen, dat van schaatsenrijden geen sprake meer is. Maar de dooi is heel welkom, vele mensen zitten al geheel zonder kolen.

9 februari
Helaas moet ik vandaag opnieuw melding maken van een vreselijk ijsongeluk, nu te Zaandijk.
Drie jongens van 5, 7 en 8 jaar, waarvan nog wel twee broertjes uit één gezin, zakten door het ijs en zijn alle drie jammerlijk verdronken. Zaterdagmiddag waren de jongens al zoek geraakt en pas zondagochtend werden zij gevonden. Dat de verslagenheid in de omgeving groot is, laat zich in denken. En hoe het mogelijk is dat de jongens nu al door het nog zo dikke ijs gezakt zijn, kan alleen toegeschreven worden aan het feit, dat zij zich op een sloot bevonden, waaraan een grote fabriek staat. In een dergelijke omgeving is en blijft het ijs altijd zeer gevaarlijk. Maar het ergste is wel dat na drie dagen dooi, nog zulk een verschrikkelijk ongeluk heeft plaatsgevonden.

11 februari
De dooi blijkt deze keer het pleit voorgoed te winnen en dat is maar goed ook.
Het ijs moet er nu maar zo gauw mogelijk uit. Overal worden kanalen en vaarten open gebroken, maar hoe het met de grote rivieren gesteld is, weet ik niet; de kranten bewaren het stilzwijgen.
Tengevolge van de aanhoudende dooi sluit ik mijn winter aantekeningen voorlopig af, daar ik geen verdere bijzonderheden heb te vermelden.

Twintig dagen later tref ik in de "De Zaanlander" van 4 maart nog een merkwaardig bericht aan, het welk ik hieronder laat volgen:
"Lemmer, 3 maart.
Op buiten Lemmer is bet 1700 ton metende schip "San Anto Vio" met de sleepboot "Tijma 2" uit Hardinxveld, op weg van Amsterdam naar Lemmer, op het IJsselmeer vastgelopen in de één kilometer brede ijsdam, welke van de bocht van de Meerdijk tot nabij Enkhuizen loopt.
Ondanks alle pogingen van de sleepboot om los te komen, gelukte dit niet. Schip en sleepboot moeten in het ijs overnachten.
De stoomboot "Friesland" van de rederij Koppe, die op weg was van Lemmer naar Amsterdam, geraakte om half een ook in de ijsdam vast. De stoomboot "Holland" van dezelfde rederij, op weg van Amsterdam naar Lemmer, verleende de ''Friesland" assistentie. Het gelukte des avonds om zeven uur de "Friesland" los te krijgen, waarna de boten ieder hun reis voortzetten".

Uit bovenstaand bericht blijkt maar weer eens al te duidelijk hoelang het duurt, alvorens en met name op bet IJsselmeer, de laatste sporen van de winter verdwenen zijn. En al is deze winter lang niet zo streng geweest als zijn voorganger van 1940, toch zal hij zeker zijn plaats in de rij van strenge winters innemen.
In de maand maart  kwam geen koude van betekenis voor en zo is dan deze eerste oorlogswinter voorbij gegaan; mede omdat de dooi al op 7 februari inviel, zijn we er, in vergelijking met het vorig jaar, toch nog betrekkelijk goed doorheen gekomen. Ook het aantal ijsdagen waarin de maximum temperatuur onder het vriespunt blijft, was veel minder dan  in 1940. Toen waren het er 40, nu "slechts" 29!
Overigens blijft het een merkwaardig feit dat we nu al tweemaal achter elkaar en dan nog wel in oorlogstijd, een strenge winter hebben meegemaakt.
Daarom zien we met nog meer belangstelling dan anders uit naar datgene, wat ons het volgende winterseizoen brengen zal.

Bovenkant van de pagina