50 jaar Zaanse IJskronieken, de eerste winter in vredestijd, 1945/46

  1. De winter van 1945/46, oktober, november en december
  2. De winter van 1945/46, januari
  3. De winter van 1945/46, februari en maart

De winter van 1945/46, oktober, november en december

Voorbij zijn dan uiteindelijk de verschrikkingen van de oorlog en de zo vurig begeerde Vrede is nu een feit geworden. Voorbij zijn echter niet de wonden, die deze oorlog heeft geslagen en vergeten zijn niet al diegenen, die voor de vrijheid van ons land gevallen zijn om slechts te zwijgen van die onnoemelijk velen, die in concentratiekampen of waar ook, zijn omgekomen.
Gedenken wij hen met diepe eerbied en weemoed, woorden hiervoor te vinden is ondenkbaar, omdat zij het juist zijn, die deze Vrede hadden moeten beleven, want zij gaven daarvoor het hoogste goed, hun leven.
En wij, die het wèl beleefden en er betrekkelijk toch zo weinig voor deden, zijn wij het wel werkelijk waard, beseffen wij wel voldoende wat het zeggen wil, om nu weer te mogen leven en werken in een  vrij land?
Laat ons hopen dat het zo is, want het zal ons allen slechts ten goede kunnen komen. In de oorlogsjaren vormden we een een­heid, ongeacht politieke richting of geloof. En veel zal ervan afhangen, of die eenheid enigszins bewaard zal blijven.
Met inspanning van alle krachten zal een ieder moeten proberen een steentje bij te dragen aan de wederopbouw van ons land.

Herfstaantekeningen

Oktober
Deze maand is vrij normaal verlopen, in tegenstelling tot het vorig jaar, toen we zo'n ongekend hevige regenperiode beleefden. Nu was het weer zacht en behoefden we slechts weinig te stoken, hetgeen heel goed van pas kwam. Want al is het Vrede, de gevolgen van de oorlog laten zich nog steeds duidelijk voelen; twee mud kolen heeft elk gezin toegewezen gekregen en verder moet maar worden afgewacht, wanneer die "voorraad" aangevuld zal worden.
Maar wanneer we kijken naar de mensen in het Zuiden van ons land, waar velen nog niet eens een dak boven hun hoofd hebben en waar bunkers tot woonholen worden ingericht, dan mogen wij hier zeker niet klagen! De honger is voorbij en dat stemt al tot grote dankbaarheid.

10 november
Valt de winter vroeg in? Eerste krantenbericht in bevrijd Nederland over de komende winter:

DE WINTER NADERT.

"Het K.N.M.I. te De Bilt deelt mee: in Zweden en Noorwegen heeft de winter zijn intrede gedaan. In Lapland komt strenge vorst voor. In Stockholm vroor het gistermorgen twee graden en op vele plaatsen tot zelfs in Zuid-Zweden viel sneeuw. De koude arctische lucht dringt met stormsnelheid over Denemarken en de Duitse Bocht naar onze omgeving door, zodat ook over Nederland aanmerkelijke temperatuursverlaging te verwachten is.
Voor de komende nacht zijn, in verband met de krachtige lucht­ beweging, de nachtvorstkansen nog klein. Voor de daaropvolgende nachten moet op zware nachtvorsten worden gerekend."

Dit eerste nog zo sobere berichtje van het K N.M.I. mag in mijn Winteraantekeningen zeker niet ontbreken! Vijf jaar lang hebben we slechts bitter weinig over het weer kunnen lezen en al waren er belangrijker zaken om zich mee bezig te houden, toch misten we die vertrouwde en meestal zo betrouwbare weer­berichten van het K.N.M.I. te De Bilt. En wanneer de winter voor de deur stond, was de belangstelling voor weerberichten bij mij nog groter dan anders. Daarom ruim ik graag een extra plaatsje in voor het eerste weerbericht wat betrekking heeft op de komende winter:
"Verwachting van zaterdagavond tot zondagavond: vrij koud met vooral op voor de wind beschutte plaatsen nachtvorst, over­wegend droog, wisselend bewolkt, matige wind tussen Noordoost en Oost".

11 november
Sint Maarten.
Koud weer en harde Oostenwind, overdag regen uit het Oosten. Het Sintermaartenfeest werd door de kinderen dit keer weer als vanouds gevierd. Met hun lichtjes en hun lampions zag men hen weer langs de huizen gaan. Overal klonk weer het bekende: "Sintere Sintere Maarten, de kalfjes dragen staarten", enz., als of er geen oorlog die ook dit kinderfeest in geen vijf jaar mogelijk had gemaakt, En al haalden die kinderen niet zoveel op als vóór de oorlog, toch waren er velen, die hen graag iets extra's toestopten.

12 november
De wind blijft Oost, maar vriezen doet het (gelukkig) nog niet en dat is maar goed ook, want het is immers veel te vroeg voor de tijd van het jaar!

26 november
Wel veertien dagen lang blijft de wind uit Oostelijke richtingen waaien en is deze maand dan ook zeer droog geweest, De temperaturen waren dragelijk.

DECEMBER 1945

7 december
Met heldere hemel, hoge barometerstand en Oostenwind, ziet het er nu wel naar uit, dat we op vorst kunnen rekenen en jawel, 's avonds staan de bloemen al op de ruiten, het vriest - 3 à 4 C.

8 december
Eerste ijslaag van deze winter, vorst - 5 C. en overdag - 3 C., ook is de eerste sneeuw gevallen. Na de sneeuwval is de lucht weer geheel helder geworden en 's avonds vriest het al - 6 C. Het binnenveld ligt geheel dicht.

9 december
Vorst van hedennacht - 7 C.; overdag prachtig helder winterweer maar zeer koud. Temperatuur beneden het vriespunt, de tweede ijsdag dus. De schooljongens lopen al over het ijs van de slootjes, deze zijn na een paar dagen flinke vorst heel gauw dichtgevroren en dan is het, net a1s vroeger, altijd weer het zelfde liedje: proberen, of het houdt! Daar is in onze omgeving­ nu eenmaal ruimschoots gelegenheid voor en hou ze dan maar eens tegen! Zelf was ik vroeger geen haar beter en menig keer kwamen we dan met natte voeten of nog erger, thuis.....
De Bilt verwacht voor de komende nacht nog matige vorst, daar­na stijging van temperatuur. Nu, dat vinden we vrijwel allemaal wel best, want je behoeft maar in het kolenhok te kijken, of de koude rillingen lopen al over je rug! De bodem van het hok is nu al te zien!

10 december
Na een vorst van - 6 C. is het ijs al behoorlijk sterk geworden, maar de wind is gedraaid naar het Z.W. en er valt lichte sneeuw, die  tegen de avond in regen overgaat.
Het is dus weer het oude liedje, een paar dagen vorst, daarna Z.W.-wind, zodat dooi niet kan uitblijven. In Friesland worden al hardrijderijen gehouden, maar daar komen we hier (nog) niet aan toe.

11 december
Gladde wegen; de wind blijft Z.W.; invallende dooi.

12 december
Toenemende dooi, zodat deze eerste winterinval van weinig be­teken is is geweest. De maand december gaat verder kalmpjes voorbij, we vieren de eerste Kerst in Vredestijd en zo besluiten we dan dit jaar 1945, een jaar, dat ons ondanks veel ellende, toch de Vrijheid en de Vrede bracht.

De winter van 1945/46, januari

1 januari
Nadat de wind al op Oudejaarsdag naar het Oosten gedraaid was, is de temperatuur inmiddels flink gedaald en zo heeft het in de Nieuwjaarsnacht opeens al behoorlijk gevroren, nl. - 6 C.
Het wordt zelfs een ijsdag vandaag, want de temperatuur blijft ook overdag onder het vriespunt. Een nieuwe vorstperiode staat voor de deur.

2 januari
Vorst - 5 C., heldere hemel met Oostenwind, temperatuur overdag "dik" onder nul, het is de vierde ijsdag van deze  winter. 's Avonds om negen uur vriest het -  6 C.

3 januari
Voor het eerst weer op de schaats.
Na drie etmalen matige vorst, heb ik vandaag weer de schaatsen voor de eerste keer kunnen onderbinden en waren de binnensloten in het Westzijderveld prima berijdbaar. Het ijs is spiegelglad (scherpe schaatsen!) en alleen nog maar vertrouwd op de kleinere binnensloten. De sloot naar de fabriek werd vandaag door de Gebrs. Wezel opengebroken voor een schuit met dertig ton kolen, waar we zeer verlegen om waren en deze schuit was dus net op tijd binnen. Overigens zijn de vetkolen vrijwel alleen geschikt voor industrie-gebruik, het zijn enorm grote brokken en ze branden in een gewone kachel hoegenaamd niet; we behelpen ons nu alweer met harde turf, dat is beter wat dan niets!
Vandaag is het de vijfde ijsdag, maar toch kwam de temperatuur hoger dan gisteren, de wind is nl. naar het Zuiden gedraaid. 's Avonds vriest het echter weer - 4 C.

4 januari
De wind waait hard uit Zuidelijke richtingen, maar het blijft nog doorvriezen. 's Avonds - 3 C., maar vermoedelijk zal de dooi wel intreden; zesde ijsdag, vandaag.

5 januari
Vorst van nog slechts weinig betekenis; de wind draait naar het Z.W. en 's middags valt de dooi in met af en toe lichte mot­regen. Toch hebben we deze zaterdagmiddag nog prettig gereden al stond er wat water op het ijs. Zelfs de Gouw was nog berijd­baar en verschillende liefhebbers, ook uit Koog, Zaandijk en Zaandam reden nog in het veld. Met het oog op de brandstoffen is het gelukkig dat het nu dooit, maar overigens is het heel jammer, want de kans op een IJs-zondag is wel verkeken.

6 januari
Aanhoudende dooi. De tweede korte ijsperiode behoort tot het verleden.

14 januari
Opnieuw Oostenwind en lichte vorst.

15 januari
idem!

16 januari
Het vriest stevig, ook overdag, vandaag is het de zesde ijsdag van deze winter, die tot nu toe een zeer kwakkelachtig karakter heeft getoond; daar zijn we aan de ene kant blij mee (brandstoffen!) maar aan de andere kant verlangen we er toch ook weer naar om eens even in volle vrijheid te gaan schaatsenrijden! De barometer staat hoog en 's avonds vriest het - 5 C.

17 januari
Stormachtige wind uit het Oosten. Deze derde winterinval begint menens te worden, ook vandaag is het weer een ijsdag, het vroor -5 C. en de hemel is geheel helder, zodat strenge vorst verwacht kan worden.

18 januari
Het heeft gevroren, tot heden de laagste plaatselijke temperatuur van deze winter. Op deze achtste ijsdag heb ik de schaatsen weer ondergebonden, het ijs op de kleinere sloten is aardig vertrouwd, maar verderop zijn er veel wakken, veroorzaakt door de harde Oostenwind. Morgen (zaterdag) zal het wel beter gaan.

19 januari
In de afgelopen nacht heeft het slechts licht gevroren, maar net voldoende om van het mooie ijs te profiteren! Toto half zes heb ik vanavond kunnen rijden, er waren al vrij veel liefhebbers op het ijs. Maar uitkijken blijft de boodschap, want de vele wakken zijn nog lang niet vertrouwd.
Voor het eerst na zes lange jaren, heb ik vanavond weer eens op een verlichte ijsbaan gereden en wel op de baan van de  IJsclub "Willem Barendsz-Thialf" te Zaandijk. Het was er heel leuk en bar gezellig. Een prima ronde baan voor de hardrijders en daar tussendoor enige banen voor de schoonrijders en -rijdsters, zodat men elkaar niet hinderde. Het is daar een prachtige gelegenheid en je kunt er heerlijk ''rondjes" rijden!

20 januari
De eerste IJs-zondag. Een prachtige dag voor de ijssport. Lichte vorst, overdag temperatuur om het vriespunt, weinig wind en in de middaguren lichte sneeuwval; het winterse beeld was weer kompleet!
Vanochtend en vanmiddag heb ik heerlijk in het Westzijderveld gereden onder de Schoolmeestebrug door, de Watering langs naar Wormerveer en via de Euverenweg terug de Reef opgezocht tot de Westzanerdijk. Van grotere tochten maken is nog geen sprake, het ijs is daarvoor nog steeds niet voldoende vertrouwd.
Ook op de Watering en de Gouw hebben er enkelen een nat pak opgelopen, men moet voor wakken nu eenmaal altijd uitkijken!
In het gehele land werden vandaag voor het eerst weer wedstrijden georganiseerd en reken maar, dat de belangstelling groot zal zijn! De Y.H.N. kon nog geen Dorpentocht uitschrijven wegens de onbetrouwbare toestand van het ijs op de langere trajecten. De vaart over het IJsselmeer is gestremd en ook de veerdienst Enkhuizen-Stavoren is gisteren al wegens ijsgang gestaakt.
Maar het vriest niet hard meer, ten hoogste een graad of drie, net voldoende om nog van het ijs te blijven profiteren!

21 januari
Overdag lichte dooi, echter van heel weinig betekenis, 's avonds weer lichte vorst.
Plaatselijk nieuws uit Westzaan!

                             IJsbaan met accu's
Op de jaarvergadering van ijsclub "Lamberts Melisz" herdacht voorzitter W. Kesselaar het feit, dat de tweede voorzitter, de heer C. Eidenberg, die veel voor de vereniging heeft ge­daan, door een luchtaanval uit hun midden weggenomen was.
De ijsbaan was het voornaamste punt van de agenda. De baan kan nl. geen elektrisch licht van het P.E.N. verkrijgen. Er zal nu geprobeerd worden om de baan met accu' s te verlichten. 

22 januari
Vorst van hedennacht bedroeg weer -  5 C. En ook overdag bleef het flink koud, de temperatuur kwam niet boven het vriespunt, 11e  ijsdag. Aanhoudende vorst met kans op sneeuw.

23 januari
Dezelfde temperaturen. Van middag begon het te sneeuwen en er ligt nu een laagje van ca. 4 cm. Het ijs zal er dus niet beter op worden. Toch kom ik vandaag nog op schaatsen naar de fabriek, verder geen tijd meer om te rijden.

24-25 januari
Overdag temperatuur om het vriespunt, 's nachts lichte vorst. De algemene weerstoestand ondergaat slechts weinig verandering.

26 januari
Zaterdag. Ondanks de sneeuw, heb ik vanmiddag prettig gereden in het Westzijderveld. Het was prachtig weer, weinig wind, dus wat wil men nog meer! Het beetje sneeuw moet je dan maar op de koop toenemen, er moet wàt aan mankeren.

27 januari (zondag)
Het heeft nog licht gevroren, maar daarmee is alles gezegd; vanmiddag valt de dooi in en kunnen we niet van een tweede ijs­zondag spreken. Wel heb ik vanochtend nog kunnen rijden, maar daarna kwam er al vrij veel water op het ijs en dan is het afgelopen. Het was wel vreemd, vanochtend zag  alles er nog zo winters uit, en paar uur later is de meeste sneeuw al weggedooid en staat er water op het ijs!
Toch konden gedurende dit weekeinde nog de Nederlandse Kampi­oenschappen in het hardrijden op de schaats verreden worden en wel te Heerenveen in Friesland.
Het was daar, dat de jeugdige Kees Broekman alle aandacht op zich vestigde door  de 10.000 meter - op slecht dooi-ijs - in de tijd van 20 min.05 6 sec af te leggen, vòòr Verbiezen en Buyen. In het Algemeen klassement werd hij vijfde. Onze Zaanse vertegenwoordiger S. van Hoorn, plaatste zich als derde, een prachtige prestatie.
Hieronder volgt het eid-klassement:

1. P. Keijzer, Kampioen van Nederland
2. H. Buyen
3. S. van Hoorn
4. Verbiezen
5. K. Broekman
6. M. Strijbis

Jammer dat de weersomstandigheden, vooral op zondag, niet mee­werkten,  anders zouden er zeker betere tijden gemaakt. zijn. Maar het is fijn, dat deze kampioenschappen weer gehouden kon­den worden, de laatste keer gebeurde dit in 1942.

En verder meld ik dat vandaag in Friesland al de ronde van Grouw werd verreden, een afstand van 100 km, als voorproef en training voor de beroemde Elfstedentocht. Maar wat die laatste tocht betreft, daar zal wel niets van komen!

28 januari
De dooi zet door. Harde wind en regenbuien.

29 januari
Storm uit het Z.W.

30 januari
Het meeste ijs is tengevolge van de snelle dooi vandaag verdwenen. Vlugger kan het al niet!
De maand februari zal nu gaan uitmaken of we deze winter tot een "normale" of tot een kwakkelwinter kunnen beschouwen.

De winter van 1945/46, februari en maart

Over het algemeen is het weer in deze maand zacht geweest, er viel ontzettend veel regen, waardoor grote overstromingen ontstonden, vooral in het Zuiden van ons land. De plaats Almelo stond geheel onder water.
Weinig heb ik dus over deze maand te  vermelden en zeker niet, wat het weer betreft. Waar ik wel melding van moet maken, dat is de zware slag, die ons allen  trof door het overlijden van mijn broer Johan, slechts 38 jaar oud, op 18 februari. Hij was een door en door goed mens en wat zullen in het bijzonder zijn vrouw en zoontje Huib hem ontzettend  missen. Voorts was hij een groot liefhebber van schaatsenrijden en zeilen, maar in verband met zijn zwakke gezondheid moest hij zich altijd in acht nemen. Wij zullen hem nimmer vergeten.

28 februari
De laatste dag van deze maand brengt waarachtig nog een flink pak sneeuw. Het weer was de laatste dagen al veel kouder geworden en deze koude ontlast zich nu in sneeuw. Vooral in het Zuiden van het land heeft het zwaar gesneeuwd. De Bilt meldde vanochtend een temperatuur van - 6 C.

         MAART 1946

1 maart
Deze maand zet zeer winters in, want de koude duurt voort. Er waait een harde Oostenwind en om twaalf uur begint het opnieuw te sneeuwen. Gedurende de gehele middag en avond sneeuwt het door. De wind wakkert aan tot stormkracht en zo beleven we de sensatie van een SNEEUWSTORM IN MAART.
De temperatuur is gedaald tot - 3 C. en de sneeuw blijft dus liggen, op sommige plaatsen een voet hoog. In de krant lees ik het volgende ervan:
"Een voor deze winter ongekende sneeuwval, die sinds vrijdag­ middag vrijwel ononderbroken voortduurt, schijnt de kwakkel­winter van 1945/46 te willen besluiten. Overal in het land heeft de sneeuw, die hier en daar door de felle wind tot grote hopen was opgewaaid, het verkeer ernstig belemmerd. Vooral het wegverkeer had met ernstige moeilijkheden te kampen: de auto­wegen werden ijsbanen en soms lag de sneeuw zo hoog, dat het verkeer geheel werd gestremd. Ook de spoorwegen hadden veel vertraging, evenals het tramverkeer in de grote steden".

2 maart
Het heeft opnieuw flink gesneeuwd gedurende de nachtelijke uren zodat op vele plaatsen weer de beruchte sneeuwhopen ontstaan. De rijweg moest daar worden uitgegraven. De gehele dag door valt er zeer fijne sneeuw uit N.O.-richtingen.

3 maart (zondag)
(Een gedenkwaardige datum; zeventien jaar geleden reden we, eveneens op zondag 3 maart, op de schaats naar Marken; het was de laatste IJs-zondag van de strenge winter 1929). Nu heeft het weer gesneeuwd en omdat het tevens een paar graden vroor, duurde het tot ver over de middag, alvorens de rijweg een beetje begaanbaar werd. Het lijkt wel midden-winter. De Bilt verwacht voor de komen de nacht lichte tot matige vorst.

4-5 maart
De wind blijft Oost, het is buiten zeer koud, 's nachts vriest het enige graden. En ook viel er vandaag nog een enkele sneeuw­ bui.

6 maart
Nog steeds sneeuw! Stormachtige wind uit O.N.O.-richting, ge­paard gaande met fijne stuifsneeuw. Temperatuur overdag om het vriespunt, 's nachts lichte vorst.

7-8 maart
De wind blijft nog steeds in de Noord-Oosthoek en 's nachts daalt de temperatuur tot een graad of drie onder het vriespunt. OP 8 MAART LIGT HET GEHELE BINNENVELD NOG DICHT.

9 maart
Weer een pak sneeuw! Het is in de nacht al begonnen en vanochtend duurt dit nog steeds voort. Aan sneeuw in maart dus geen gebrek en dan daarbij nog enkele graden vorst, het komt alle­ maal wel zeer ongelegen. De brandstoffen nood stijgt met de dag. Maart 1946 begint zo langzamerhand op een komplete wintermaand te lijken .....

10-16 maart
De wind blijft in het N.O. en 's nachts vriest het eveneens nog steeds. Overdag is de temperatuur milder geworden, zodat op 16 maart de sneeuw zo goed als verdwenen is.

17 maart
Met heldere hemel en Oostenwind heeft het 's nachts weer zó hard gevroren, dat de meeste sloten met ijs bedekt zijn. Overdag mooi weer, maar, ondanks de zon, bleef het ijs in de sloten liggen!

18 maart
Ook aan de nachtvorst komt gelukkig een einde en het is voor maart wel meer dan genoeg geweest.

Zo kan dan de winter van 1946/46 niet anders dan een kwakkelwinter beschouwd worden, ondanks het feit, dat er tenminste elf à twaalf ijsdagen in voorkwamen.
En we hebben tòch weer geschaatst dit seizoen, hetgeen zeker niet van alle Hollandse winters gezegd kan worden.
En al zullen de meeste ijsliefhebbers lang niet allen voldaan zijn, laten we niet vergeten dat we nog in een abnormale tijd leven met groot gebrek aan brandstoffen, enz. Mogelijk kunnen we volgend jaar weer eens normààl schaatsenrijden !

Bovenkant van de pagina