Artikel 'Valse tegels met schaatsers'

Kouwe Drukte nummer 12, september 2001, bladzijde 14 en 15

Auteur Minne Nieuwhof

Als een artikel waardevol wordt, zijn er altijd lui die zich op het maken van vervalsingen gaan toeleggen. Daarom is het niet verwonderlijk dat er tegenwoordig af en toe ook al valse schaatsen opduiken. Elders in dit nummer van Kouwe Drukte wordt voor dit onderwerp aandacht gevraagd. En waarom zouden er ook geen valse tegels gemaakt worden?

Ik noem eerst een paar voorbeelden, die laten zien dat de grens tussen echt en vals overigens niet altijd zo duidelijk is. Zo is het in de 19e eeuw voorgekomen dat in een wand met fraaie polychrome 17e eeuwse tegels een aantal tegels erg beschadigd of verdwenen was. Geen gezicht! Dus werd er een tegelfabrikant benaderd om de ontbrekende tegels na te maken. Deze slaagde daar zo goed in dat de bijgemaakte tegels niet van de oude zijn te onderscheiden. Noem je dit vervalsingen?

Een tweede voorbeeld, uit de zeventiger jaren van de net afgelopen eeuw. Ergens in den lande woonde een vakman die de kunst van het tegelbakken zo goed onder de knie had, dat hij zich afvroeg of hij ook tegels kon maken die niet van oude te onderscheiden waren. Eens proberen! Er werd een serie schepen met gekleurde vlaggen (een gewild artikel bij verzamelaars) gemaakt. Waarlijk juweeltjes. Niet van 17de eeuwse schepentegels te onderscheiden! Onze van Meegeren verkocht de tegels argeloos voor een redelijk nieuwprijsje door aan een handelaar, die geld rook en ze als antiek doorverkocht. Dus voor prijzen die het tien- tot het twintigvoudige waren van wat hij ervoor gegeven had. Wat niet als vervalsing bedoeld was, kwam door een louche figuur uiteindelijk toch als vals op de markt. Er is nog een rechtszaak over geweest, waarbij de handelaar veroordeeld werd. Maar deze was toen al naar het buitenland uitgeweken.

De vraag rijst weer: wat noem je vals? Ik ken een serie bijbeltegels die nog geen 50 jaar geleden gemaakt zijn, maar waarvoor 18de eeuwse witte tegels gebruikt zijn. Deze tegels werden beschilderd met bijbelse voorstellingen en opnieuw gebakken. Daarna werden ze als 18de eeuwse tegels aangeboden, meestal tegen niet al te hoge prijzen. En daar trap je dan soms in, zoals ook ondergetekende.

Tegeltableau, schaatsende figuur achter slee. Vervalsing?

En nu kun je dat als schaatsenverzamelaar, die tegels met schaatsers leuk vindt, ook meemaken!! Juist als je niet erg deskundig bent, is dat gevaar levensgroot, zeker wanneer de financiële fuik in de vorm van een laag prijsje wagenwijd openstaat. Aangespoord door het verkooppraatje van de handelaar dat je doet geloven, dat je de vijand van je eigen portemonnee bent, wanneer je deze unieke kans aan je neus voorbij laat gaan. Daarom dit uit het leven gegrepen verhaal van een Poolsterlid. We zullen hem ter wille van de vertrouwelijkheid aanduiden met P. (Ook op het gebied van de schaatsen zelf heeft hij trouwens al de nodige negatieve ervaringen met vervalsingen.).

Onze P. stuurde mij een foto met het hierbij afgebeelde tegeltableau. Inderdaad een fraai geheel, waarvoor Anton Pieck zich niet hoefde te schamen. Het moet ongetwijfeld een vroege voorganger van Pieck zijn geweest, want alles wijst erop dat we hier met een zeldzaam authentiek 17e, op zijn laatst vroeg 18e, eeuws tegeltableau te maken hebben. De tegels hebben de specifieke kwaliteiten, die je bij tegels uit deze periode verwacht. Ze hebben duidelijke putjes in de hoeken (in dit geval zelf vier per tegel, wat je niet zo vaak ziet) en die komen alleen voor bij vroege tegels. Verder zijn de tegels behoorlijk dik, meer dan 10 mm. En dan ga je al gauw denken aan een tegel uit de 17e eeuw. Als 17e  eeuws tableau is dit een uniek stuk en tot nu toe niet bekend. En wat een kwaliteit! Alle tegels in perfecte staat. Meestal zijn er bij die oude tableaus wel een paar tegels gebroken. Dan had onze P, die zeer kwaliteitsbewust is, de tegels zeker niet gekocht. Er zat nog wel wat cement op de achterzijde van de tegels, maar dat haal je er gemakkelijk vanaf. Daar kun je trouwens aan zien dat de tegels in de muur gezeten hebben. In een brief heb ik de Heer P nog geïnstrueerd hoe je de tegels het beste schoon kunt maken en opplakken. Dan kun je genieten van je laatste aankoop! De voorstelling is best aardig.

Maar.. helaas, helaas, we hebben hier te maken met een gemene 20ste eeuwse vervalsing. De tegels hebben wel kenmerken van tegels uit de Gouden Eeuw, zoals de putjes en de dikte van de tegels. Maar er zijn een paar contra-indicaties. Ten eerste, de kwaliteit van het tableau is ongeëvenaard en dat komt bij een tableau uit die tijd praktisch nooit voor. De voorstelling is verder erg modern, wat stijfjes, en is waarschijnlijk overgenomen van een 19e of een 20ste eeuwse prent. Het betreft hier een tableau waarvan er meerdere in omloop zijn. Bij een antiquair in de Spiegelstraat in Amsterdam zag ik een tijdje geleden ook zo’n tableau in de etalage staan. De tegels hebben nooit in de wand gezeten, maar om de indruk te geven dat dat wel zo is, zijn ze aan de achterzijde met wat cement besmeerd. Van dezelfde producent duiken regelmatig ook tableaus op met meer

traditionele voorstellingen, zoal een boer met een paard, een boerin met een koe of een vogelkooitje. Voor dit soort artikelen is blijkbaar een markt. Ook tegelverzamelaars die behoorlijk deskundig zijn trappen hier soms nog in. Men zij dus gewaarschuwd!!.

Bovenkant van de pagina