Elfstedentocht 1868

De tocht van Pieter Dikhoff en Sjoerd van der Weij

Auteur Ron Couwenhoven

Pieter Dikhoff (links) en Sjoerd van der Weij, gefotografeerd op 2 januari 1909 tijdens de passage van de eerste officiële Elfstedentocht in Bolsward.

Half Bolsward was uitgelopen toen Minne Hoekstra, Gerlof van der Leij en de journalist jonkheer Jan Feith zaterdag 2 januari 1909 de stad binnen schaatsten. De helft van de eerste Elfstedentocht zat er voor hen op. Onder de belangstellenden waren ook de 78-jarige uurwerkmaker Pieter J. Dikhoff en zijn vriend de timmerman Sjoerd S. van der Weij (65).

Wie het horen wilde, vertelden zij: 'In 1868 hebben wij de tocht ook gereden.'

De correspondent van de Leeuwarder Courant schreef: 'Toen gepasseerden zaterdag enkele der deelnemers aan de Elfstedentocht even te Bolsward vertoefden en onze beide rijders ook van hun belangstelling deden blijken en van hun tocht verhaalden, hebben zij op verzoek dier heeren hun portret laten maken, dat wellicht voor één of ander tijdschrift dienst zal moeten doen.'

Dat ze geen onzin vertelden konden Pieter en Sjoerd ook aantonen. Ze hadden de controlelijst van veertig jaar geleden meegenomen. Er bleek uit dat zij op 11 januari 1868 om vier uur 's ochtends vanuit Bolsward waren vertrokken. De winter van 1867 - 1868 was een normale winter. Op 21 december was het gaan vriezen en dat zou tot 12 januari blijven duren met lichte tot matige vorst. Er viel veel sneeuw. Zoveel zelfs dat in Delft een sneeuwbeeld van Piet Hein gemaakt kon worden, waarover het gemeentebestuur zo te spreken was dat men besloot een permanent beeld van de zeeheld te laten maken.

In Bolsward tekenden de nachtwachten P. van Nus, S. Flameling en L. van Doesen 11 januari in alle vroegte de controlelijst die Dikhoff en Van der Weij meenamen. Eén van deze nachtwakers was in 1909 ook present toen de eerste rijders van de Elfstedentocht een kwartiertje pauzeerden in Bolsward.

De lijst zag er als volgt uit:

Plaatsen                     Uur van aankomst    Afgetekend door
Dokkum                        7.30 uur                    weduwe Zinnig

Leeuwarden                  8.30 uur                    G. Rikkers

Franeker                      10 uur                         weduwe Molenaar

Harlingen                    10 uur                         Johan van der Schaaf

Workum                      12.30 uur                    Th. van der Weij

Hindeloopen                 1.30 uur                    R.A. Hoornstra

Stavoren                       2.30 uur                    J. Tonstra

Sloten                           5 uur                         U.S. de Jong

Sneek                            6 uur                         S. Bokma

IJlst                               6.30 uur                    S. Scheweer

Bolsward                      7 uur                         H.M. Ament (burgemeester)

De twee mannen reden dus niet de traditionele route met start en finish in Leeuwarden, maar gingen van Bolsward eerst naar Dokkum en reden vandaar af tot IJlst langs alle steden van Friesland. Van IJlst gingen zij weer naar huis. Ze schaatsten eerst naar Sneek en lieten hun lijst daar om zes uur 's avonds aftekenen en stopten een half uurtje later op weg naar Bolsward in IJlst om de laatste handtekening te halen.

Doordat ze van Bolsward eerst naar Dokkum gingen - welke route ze toen namen is niet bekend - schaatsten ze in totaal ongeveer 220 kilometer. Dus twintig kilometer meer dan de traditionele route.

Onderweg stopten ze twaalf keer een kwartier, zodat zij een zuivere rijtijd van rond de twaalf uur hadden. Dat was bijzonder snel.

In 1909 waren Pieter Dikhoff en Sjoerd van der Weij nog steeds sterke kerels. Piet maakte nog dagelijks een ritje op de fiets en hij was ook nog steeds een enthousiast schaatsenrijder. Net als Sjoerd trouwens.

Doordat beide mannen in op 2 januari 1909 werden gefotografeerd voor de populaire Revue der Sporten, waren zij ook de eerste Elfstedenrijders, waarvan een portret bekend is. Pieter Dikhoff en Sjoerd van der Weij waren in de negentiende eeuw de 24ste en 25ste rijders van wie vast staat dat zij op één dag langs de elf Friese steden schaatsten.

Bovenkant van de pagina