Marathon

  1. Algemeen
  2. Geschiedenis Nederland
  3. Uitrusting
  4. Wedstrijdregels
  5. Nederlandse kampioenschappen marathonschaatsen op natuurijs
  6. Nederlandse kampioenschappen marathonschaatsen op kunstijs

Algemeen

Marathonschaatsen is een discipline van het hardrijden op de schaats. Het betreft alle schaatswedstrijden waaraan wordt deelgenomen door minimaal 5 deelnemers die allen tegelijk starten op een ijsbaan van minimaal 333,33 meter of een traject over:

minimaal een afstand langer dan 6,4 kilometer en maximaal 200 kilometer voor rijders die voor 1 juli voorafgaande aan het schaatsseizoen de 17-jarige leeftijd hebben bereikt, aangevuld met rijders met dispensatie.

minimaal een afstand langer dan 4 kilometer en maximaal 20 km voor rijders die voor 1 juli voorafgaande aan het schaatsseizoen wel de 13-jarige leeftijd, maar nog niet de 17-jarige leeftijd hebben bereikt.

minimaal een afstand van 2 kilometer en maximaal 10 km voor rijders die voor 1 juli voorafgaande aan het schaatsseizoen de 13-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt.

Geschiedenis Nederland

Er is een schaatsmarathon die elke Nederlander wel kent: de Elfstedentocht, die over 200 kilometer Fries natuurijs voert. En hoewel die ‘Tocht der Tochten’ zo bekend is, is hij in de geschiedenis maar 15 keer gereden. De laatste was in 1997.

In de jaren zeventig werd het marathonschaatsen een serieuze sport. Veel fans van de Elfstedentocht hadden er genoeg van om op goed ijs te wachten en gingen alternatieven zoeken. In1973 begon de KNSB een commissie die het marathonschaatsen meer lijn moest geven. Het gevolg was een nationale competitie, die tot nu toe behouden is gebleven. Dat werd de KNSB Cup, die later ook onder andere namen bekend stond. Tegenwoordig heet hij weer gewoon KNSB Cup. Ook doen er vaak een aantal buitenlanders mee aan de Nederlandse marathonschaatswedstrijden. Er worden ook een aantal Grand Prix wedstrijden georganiseerd op natuurijs in Oostenrijk en Zweden en de website schaatspeloton.nl houdt een wereldranglijst bij, zodat men kan zien wie op dat moment de beste marathonschaatser ter wereld is.

Wedstrijden: Omdat er niet altijd genoeg natuurijs ligt om een Elfstedentocht of andere grote tochten te schaatsen, gebeurt marathonschaatsen nu vaak op de kunstijsbanen of in het buitenland. Bij het marathonschaatsen gaan alle deelnemers tegelijkertijd van start en wint de schaatser die na afstanden van 40 tot soms dus wel 200 kilometer als eerste over de streep komt. Soms is er aan het einde van zo’n wedstrijd een grote groep schaatsers (dat noem je een ‘peloton’) over, die uiteindelijk sprint om de winst. Maar het gebeurt ook vaak dat er vroeger in de wedstrijd door een aantal rijders wordt aangevallen en er maar één of een paar schaatsers nog om de winst kunnen rijden. Het is dus een hele tactische sport, waarvoor je veel conditie nodig hebt. Marathonschaatsen is vooral populair in Nederland.

Buitenlanders die marathonwedstrijden willen rijden, komen dan ook vaak naar Nederland om in de competitie mee te doen. Hier heb je verschillende gesponsorde teams die tegen elkaar strijden. Het is dus ook belangrijk om de wedstrijden met je teamgenoten samen aan te gaan. KPN Marathon Cup De KPN Marathon Cup is de belangrijkste Nederlandse competitie op kunstijs. Er zijn elk seizoen rond de 15 wedstrijden. Per wedstrijd krijg je punten, en wie aan het einde van het seizoen de meeste punten heeft verzameld is de winnaar van het klassement. Daarnaast heb je ieder jaar nog een Nederlands Kampioenschap Marathon op kunstijs. Zodra er genoeg natuurijs ligt kunnen er marathonwedstrijden buiten worden verreden. Het is ieder jaar een felle strijd waar het ijs dik genoeg is, en wie dus de eerste marathon op natuurijs mag organiseren. Verder kan er ook een NK op natuurijs worden gehouden, en heb je bepaalde tochten die ‘klassiekers’ worden genoemd. Tot slot gaan veel marathonschaatsers ieder jaar naar de Weissensee, een meer in Oostenrijk waar de ‘alternatieve Elfstedentocht’ wordt gereden, of naar andere plaatsen in het buitenland waar wel natuurijs te vinden is. Want dat vinden de meeste marathonschaatsers toch wel het mooiste!

De marathonschaatsers Erik Jan Kooiman en Carien Kleibeuker zijn houders van het werelduurrecord van respectievelijk de Heren (43.735,94 meter) en Dames (40.569,68 meter).

Voor bekende Nederlandse marathon schaatsers klik hier.

Uitrusting

 Deelnemers aan wedstrijden dienen te dragen:

1. Een valhelm die voldoet aan de van toepassing zijnde ASTM-standaard voor shorttrack conform de ISU Special Regulations en Technical Rules 291  (Equipment of Skaters). De helm dient een regelmatige vorm te hebben zonder uitsteeksels .Rijders dienen de helm te dragen vanaf het moment dat ze het ijs betreden totdat de laatste rijder van de wedstrijd is gefinisht, of totdat de rijder vroegtijdig het ijs verlaat.

2. Handbescherming - Snijvaste handbescherming:

Altijd op (semi-)overdekte ijsbanen. Op overige banen en/of trajecten bij een luchttemperatuur hoger dan vijf graden Celsius.

Handbescherming: Bij een luchttemperatuur van vijf graden Celsius of lager.

3. Snijvaste scheenbescherming, geïntegreerd in de kleding of losse scheenbeschermers die gedragen worden aan de binnenkant van het pak;

4. Snijvaste enkelbescherming;

5. Gesloten kleding met lange mouwen en broekspijpen;

6. Het dragen van de volgende bescherming wordt aanbevolen: - Oogbescherming; - Snijvaste nekbescherming, eventueel geïntegreerd in;

Snijvaste kleding.

b. Deelnemers aan wedstrijden in de topdivisies en beloftendivisie dienen naast de bovengenoemde maatregelen een snijvast pak en/of snijvaste onderkleding te dragen in overeenstemming met ISU Communications 1957 en 1265. Dit omvat minimaal snijvaste delen op de nek, oksels, onderarmen, lies, billen, en knieën zoals in de volgende afbeelding.

c. Het is de deelnemers uitdrukkelijk niet toegestaan voorwerpen te dragen waarbij redelijkerwijs ingeschat kan worden dat daardoor bij een ongeval een verhoogd risico op schade of letsel ontstaat. Dit ter beoordeling van de scheidsrechter.

 Wedstrijdpak

Snijvast Marathonpak

​a. Alle rijders dienen een wedstrijdpak te dragen.

b. Het wedstrijdpak moet de natuurlijke lichaamsvorm van de rijders hebben.

 Schaatsen

a. Een schaats is een passieve mechanische verlenging van het been, bedoeld om de glijtechniek mogelijk te maken. De schaats bestaat uit een blad en een schoen, van welk materiaal dan ook, waarvan de afmetingen tijdens een wedstrijd niet duidelijk mogen veranderen, en een constructie die de schoen met het blad verbindt. Deze constructie mag elke translatie- en rotatiebeweging van de schoen ten opzichte van het blad toestaan, teneinde een optimaal gebruik van het fysieke vermogen van de rijder mogelijk te maken, voor zover het de veiligheid van de rijders niet in gevaar brengt. De schaats mag geen enkel element bevatten, dat in strijd zou zijn met de eis, dat alle bestede energie tijdens het hardrijden voortkomt uit spierkracht, die de rijder tijdens de rit voortbrengt. Er is geen verbinding tussen de rijder en de schaats en geen transport van energie, materie of informatie naar de schaats, anders dan via de anatomische structuren van het onderbeen en de voet. Het is in het bijzonder niet toegestaan om de bladen van de schaatsen te verwarmen.

b. De schaatsbuizen moeten gesloten zijn en de bladeinden moeten zijn afgerond met een kwadrant van een cirkel met een straal van minimaal 1 cm (vergelijk 10 cent munt).

c. Het gebruik van wisselijzers of -schaatsen is gebonden aan de volgende regels:

1. Behalve de wisselijzers of -schaatsen waarop de deelnemers rijden, mogen ze tijdens de wedstrijd geen wisselijzers of -schaatsen bij zich dragen;

2. Op een kunstijsbaan mag er niet gewisseld worden; bij andere wedstrijden bepaalt de scheidsrechter waar gewisseld mag worden;

3. Deelnemers moeten stilstaan of stilzitten en mogen daarna pas wisselen.

4 Het gebruik van de kluunschoen tijdens natuurijswedstrijden is toegestaan mits dit geen gevaar oplevert voor de andere deelnemers.

5 Communicatie uitrusting Het dragen van hulpmiddelen op het gebied van telecommunicatie is voor de deelnemers tijdens een wedstrijd alleen toegestaan op een parcours langer dan twee kilometer.

Wedstrijdregels

1. De Start en het Finishen.

a. De aanvangsopstelling is voor alle deelnemers(sters) gezamenlijk voor de 500 meter startlijn. De officiële start vindt plaats op de finishlijn na het verrijden van één warming up ronde en 100 meter.

b. De winna(res)ar van de wedstrijd rijdt exact het vooraf aangegeven aantal ronden.

c. Bij het afsprinten sprint het peloton als eerste af, daarna apart de deelnemer(s)(sters) met 1 of meerdere ronden voorsprong ten opzichte van het peloton.

d. Dit houdt in dat het rondenbord aangeeft het aantal nog te rijden ronden van de koploper(s)(sters) in de wedstrijd.

e. Een deelnemer(ster) heeft een ronde voorsprong op het peloton wanneer hij/zij naar het oordeel van de scheidsrechter de achterste deelnemer(ster) van het peloton heeft bereikt.

f. Een deelnemer(ster) heeft een ronde achterstand op het peloton wanneer hij/zij, na gelost te zijn uit het peloton, naar het oordeel van de scheidsrechter door de voorste deelnemer(ster) van het peloton is ingehaald.

g. De scheidsrechter bepaalt welke deelnemers(sters) 1 of meerdere ronden voorsprong op het peloton hebben.

h. Een deelnemer(ster) die op aanwijzing van de scheidsrechter uit de wedstrijd wordt genomen, kan door de scheidsrechter worden geklasseerd.

i. Een deelnemer(ster) is gefinisht zodra de voorkant van zijn/haar schaats in contact met het ijs de finishlijn heeft bereikt.

 

2. De Afsprintprocedure en Vaststelling van Klassering.

a. Een deelnemer(ster) die tijdens de wedstrijd op 1 ronde achterstand ten opzichte van het peloton komt, wordt op dat moment uit de wedstrijd genomen.

b. Alle deelnemers(sters) in dezelfde ronde als het peloton krijgen de bel.

c. Indien deelnemers(sters) 1 ronde voorsprong hebben genomen, sprint de groep zonder ronde voorsprong 5 ronden eerder af. Deze procedure herhaalt zich voor elke groep van deelnemers(sters) met telkens 1 ronde voorsprong meer. In alle gevallen sprinten de groepen dus zoveel ronden eerder af als nodig is om de leidende groep van deelnemers(sters) inclusief de winna(res)ar exact het vooraf aangekondigde aantal ronden te laten rijden. Tijdens de marathon wedstrijden op kunstijs sprint de leidende groep, mits bestaande uit 8 deelnemers(sters) of meer, af na het rijden van 10 ronden. Wanneer slechts 1 deelnemer(ster) 1 of meerdere ronden voorsprong heeft, sprint de groep zonder ronde voorsprong 2 ronden eerder af.

d. Winna(res)ar is de deelnemer(ster) die volgens bovenstaande procedure als eerste met de voorkant van zijn/haar schaats in contact met het ijs de finishlijn heeft bereikt.

 

3. Het Peloton.

a. De grootste groep in de wedstrijd is het peloton, tenzij de scheidsrechter anders beslist. Voorbeeld: Is er een groep van 31 rijders(sters) die de 29 andere rijders(sters) in de wedstrijd inhaalt, dan moeten de 29 rijders(sters) de wedstrijd verlaten. Deze groep van 29 sprint niet af voor enig klassement en/of ranking.

 

4. Tussensprints.

a. Tijdens de wedstrijd worden er 9 (bij de dames 6) tussensprints verreden.

b. De eerste drie aankomende rijders(sters) krijgen in volgorde van aankomst respectievelijk 4, 2 en 1 punt(en). Bij een uitlooppoging van een of meerdere rijders(sters) zullen deze punten naar de uitloper(s)(sters) gaan. Zodra de uitloper(s)(sters) het peloton hebben bereikt, dingen zij weer mee op basis van gelijkheid in het peloton.

c. Behaalde punten in de sprints blijven behouden ook als de wedstrijd niet wordt uitgereden.

d. Behaalde punten tellen mee voor het algemeen klassement.

e. De klassering voor deze sprints wordt bepaald aan de hand van de transponderuitslag na controle met video.

f. De sprints worden verreden als het rondenbord staat op: Topdivisie Heren: 95, 94, en 93 (bellen als het rondenbord staat op 96, 95 en 94). 65, 64 en 63 35, 34 en 33. 1e Divisie Heren: 75, 74 en 73 (bellen als het rondebord staat op 76, 75 en 74) 50, 49 en 48 25, 24 en 23. Topdivisie Dames 45, 44 en 43 (bellen als het rondebord staat op 46,45 en 44). 25, 24 en 23.

 

5. Ronde(n) Voorsprong.

a. Indien een rijder(ster) een ronde voorsprong neemt, levert hem/haar dat 5 punten op. Elke volgende ronde voorsprong wordt eveneens steeds beloond met 5 punten. Bij verlies van 1 of meer ronden voorsprong blijven de eerder gewonnen punten behouden.

b. Behaalde punten tellen mee voor het algemeen klassement.

c. Ronden voorsprong worden behaald op de grootste groep.

Nederlandse kampioenschappen marathonschaatsen op natuurijs

Het Nederlands kampioenschap marathonschaatsen op natuurijs is een kampioenschap dat voor het eerst in 1979 werd verreden in Nederland. In de navolgende 34 jaar kon het kampioenschap veertien keer georganiseerd worden. De laatste editie werd in januari 2013 verreden (NK 2013) op het Veluwemeer bij Elburg. In 2010 was het voor het eerst dat het evenement twee keer in hetzelfde kalenderjaar werd gehouden. Dit is mogelijk omdat het kampioenschap niet per jaar maar per winterseizoen wordt georganiseerd.

Dries van Wijhe en Jorrit Bergsma hebben de wedstrijd bij de mannen tweemaal gewonnen. Alida Pasveer won tweemaal bij de vrouwen. Rudi Groenendal won de titel bij de veteranen drie keer op rij.

Voor historie van alle kampioenen vanaf 1979 klik hier op.

Nederlandse kampioenschappen marathonschaatsen op kunstijs

De Nederlandse kampioenschappen marathonschaatsen op kunstijs is een jaarlijks kampioenschap dat verreden wordt op een kunstijsbaan in Nederland.

Voor historie van alle kampioenen vanaf 1977 klik hier op.

Bronvermelding

Wikipedia

Bovenkant van de pagina