IJsselmeertochten

  1. Lemmer – Urk, dinsdag 4 februari 1941
  2. Stavoren-Medemblik, maandag 21 januari 1963
  3. Lemmer – Urk, woensdag 6 februari 1963
  4. Workum-Medemblik, woensdag 13 februari 1963
  5. Workum-Medemblik, zaterdag 16 februari 1963
  6. Hindeloopen-Wervershoof, zondag 17 februari 1963
  7. Stavoren-Andijk, donderdag 21 februari 1963
  8. Workum-Stavoren-Medemblik, zaterdag 23 februari 1963
  9. Stavoren-Urk-Enkhuizen, zaterdag 23 februari 1963
  10. Lemmer-Urk, zaterdag 23 februari 1963
  11. Andijk-Hindeloopen, zondag 24 februari 1963
  12. Makkum-Hindeloopen-Wervershoof, dinsdag 26 februari 1963
  13. Andijk-Hindeloopen, donderdag 28 februari 1963
  14. Workum-Medemblik-Workum en Workum-Medemblik-Enkhuizen-Workum, zaterdag 2 maart 1963
  15. Wedstrijd Medemblik-Workum-Hindeloopen-Staveren-Enkhuizen-Urk-Enkhuizen-Schellinhout-Enkhuizen-Medemblik, zaterdag 2 maart 1963
  16. Lemmer-Stavoren-Andijk v.v., zaterdag 2 en zondag 3 maart 1963
  17. Workum-Medemblik, vrijdag 26 januari 1979
  18. Stavoren-Medemblik, zaterdag 10 en zondag 11 februari 1979
  19. Stavoren-Enkhuizen, zondag 4 februari 1996
  20. Autotochten

 

Het gaat hier om de tochten die vanuit Friesland over het IJsselmeer naar Urk en Noord-Holland zijn georganiseerd. Dat is sinds 1938 alleen in de winters van 1941, 1963, 1979 en 1996 gebeurd.

Voordat het IJsselmeer in 1932 als groot zoetwatermeer was ontstaan, kon bij zeer strenge vorst de Zuiderzee overgestoken worden. De oudst bekende melding van een bevroren Zuiderzee die geheel of grotendeels begaanbaar was, dateert uit de winter van 1241-1242. Daarna werd met een zekere regelmaat melding gemaakt van het oversteken van de Zuiderzee met paard en slee. Zo reed de vrouw van de Friese stadhouder Ernst Casimir, Sophie Hedwig, hertogin van Brunswijk-Wolfenbüttel, in de winter van 1621-1622 in gezelschap van een compagnie soldaten en een aantal kooplieden met sleden over de Zuiderzee van Enkhuizen naar Stavoren om vervolgens door te reizen naar Leeuwarden. Uit de winter 1739-1740 zijn de eerste berichten van overtochten op de schaats bekend. Om te bewijzen dat men inderdaad in Noord-Holland was geweest, kochten schaatsers daar een aandenken dat van een inscriptie werd voorzien. Bij thuiskomst kon dat aan vrienden worden getoond. Vaak waren dit zilveren lepels.

Gedenkwaardig was de schaatstocht van zes Lemsters, die op 15 februari 1830 een rondtocht maakten langs Schokland, Urk, Enkhuizen en weer terug naar Lemmer. Het zestal was goed voorbereid met een ‘schuifslede’, drie paar extra schaatsen, een kompas, een zeekaart en een flinke voorraad ‘mondbehoeften’. Ze vertrokken om zeven uur ’s ochtends en kwamen om kwart over zes weer in Lemmer aan. Honderd jaar later (op 2 en 3 maart 1929) ondernamen zeven Lemsters - zes mannen en één vrouw (die haar mannetje stond) - een tweedaagse tocht van Lemmer naar Amsterdam.

Nadat in 1932 de Zuiderzee historie was geworden, kon het IJsselmeer voor het eerst in januari 1940 per schaats worden overgestoken. Ook in januari 1942 reden schaatsliefhebbers op en neer naar Noord-Holland.  Het duurde evenwel tot de legendarisch winter van 1963 vooraleer de eerste toertocht over het IJsselmeer naar Noord-Holland kon worden gereden.  

Totaaloverzicht van schaatstochten naar Urk en Noord-Holland
 

Datum Tocht Afstand Deelnemers
1941      
Dinsdag 4 februari   50 1.250
1963      
Maandag 21 januari Stavoren-Medemblik vv 45 1.823
Woensdag  6 februari Lemmer-Urk vv 55 6.500
Woensdag 13 februari Workum-Medemblik vv 65 1.800
Zaterdag 16 februari Workum-Medemblik vv 65 2.200
Zondag 17 februari Hindeloopen-Wervershoof vv 65 2.000
Donderdag 21 februari Stavoren-Andijk vv 55 800
Zaterdag 23 februari Stavoren-Urk-Enkhuizen vv 50 2.700
  Workum-Medemblik-Stavoren 60 2.000
  Lemmer-Urk 55 550
Zondag 24 februari Hindeloopen-Andijk 60 1.800
  Stavoren-Enkhuizen 50 2.700
  Stavoren-Urk-Enkhuizen 90 3.400
Dinsdag 26 februari Hindeloopen-Wervershoof-Makkum 100 1.000
Donderdag 28 februari Hindeloopen-Andijk 60 800
Zaterdag 2 maart Workum-Medemblik-Wervershoof-Enkhuizen 100 3.400
  Workum-Medemblik 65  
Zaterdag 2 maart Stavoren-Andijk 50 1.100
Zaterdag 2 maart Stavoren-Lemmer-Andijk vv 100  
Zondag 3 maart Stavoren-Andijk 50 500
  Stavoren-Lemmer-Andijk vv 100  
  Andijk-Lemmer 100  
1979      
Vrijdag 26 januari Stavoren-Medemblik 50 280
Zaterdag 10 februari Stavoren-Medemblik 50 2.300
Zondag 11 februari Stavoren-Medemblik 50  
1996      
Zondag 4 februari Stavoren-Medemblik 50 35.000
Totaal     73.903
Gemiddeld     3.519

Lemmer – Urk, dinsdag 4 februari 1941

Organisatie:      IJsvereniging ‘Lemmer’

In 1941 stelde IJsvereniging ‘Lemmer’ een speciaal comité in om een tocht naar Urk voor te bereiden. Burgemeester Krijger zat namens de gemeente Lemsterland in het comité. Die tocht vond plaats op dinsdag 4 februari. De start was even buiten Lemmer aan de zogenaamde Vluchthaven, waar het opslagterrein van de Zuiderzeewerken was. Het ijs was matig, soms moest men over ijs- en sneeuwmassa’s lopen. Halverwege moesten de schaatsers over de pas aangelegde dijk klauteren om de tocht op weg naar Urk door de polder  te vervolgen. Sommigen, die buitengaats waren blijven rijden, konden toch ook op die manier de plaats van bestemming bereiken. In Urk zochten de meeste mensen een café op om wat te eten. Ook een aantal Urkers deed mee aan te tocht. Zij kregen de medaille later toegezonden. De gemeenten Lemsterland en Urk gaven hun volledige medewerking aan de tocht.

Ook in 1942 werden de voorbereidingen ter hand genomen. Helaas constateerde het comité dat door de inmiddels drooggevallen Noordoostpolder veel zand op het IJsselmeerijs was gekomen. Vanwege vrees voor ongelukken blies men een nieuwe tocht af. Op zaterdag 4 februari 1956 reed een aantal Urker inwoners van Urk naar Lemmer op en neer. De volgende dag kon dat niet meer.

Stavoren-Medemblik, maandag 21 januari 1963

Organisatie: IJsclub ‘Radboud’, Medemblik en IJsvereniging ‘Eensgezindheid’, Stavoren

In de krant is te zien hoe de schaatsers de eerste honderd meter in Stavoren lopend over het slechte ijs moeten afleggen.

Al voor de Kerst van 1962 was het IJsselmeer dichtgevroren, maar de winter van 1962-1963 verliep grillig. Perioden met strenge vorst werden afgewisseld door korte dooiaanvallen. Regelmatig viel er sneeuw. Al met al was het moeilijk om er goede banen door te krijgen. Kijk alleen maar naar de Elfstedentocht van vrijdag 18 januari. Toch zetten de ijsclubs van Medemblik en Stavoren door met hun pogingen om de beide standplaatsen met elkaar te verbinden. Op maandag 21 januari was het eindelijk zover: de eerste officiële toertocht over het bevroren IJsselmeer werd werkelijkheid. Er startten ruim 1500 schaatsers vanuit Medemblik. Vanuit Stavoren vertrokken slechts 323, omdat die stad alleen per trein bereikbaar was. Alle wegen waren onbegaanbaar door opgewaaide sneeuwduinen. Zelfs de trein werd regelmatig opgehouden door nieuwe stuifduinen. Een aantal Friese rijders was dan ook per auto via de Afsluitdijk naar de startplaats Medemblik gereden. Dat verklaarde de onevenwichtige verhouding in de deelnemersaantallen. De omstandigheden waren zwaar. Vooral het ijs bij Medemblik was moeilijk begaanbaar. Bovendien was er maar een smalle baan geveegd zodat de rijders elkaar moeilijk konden passeren. Gemiddeld deden de deelnemers zo’n vier en een half uur over de 45 km (plm. 10 km per uur). Het merendeel van de 1500 schaatsers dat met tegenwind vanuit Medemblik in Stavoren arriveerde, bond zijn schaatsen af en zocht een café om wat te eten en te drinken. Daar was men in Stavoren echter niet op voorbereid. Doordat het stadje geïsoleerd was van de buitenwereld, kon geen voorraad worden ingeslagen. Al na een paar uur waren de cafés uitverkocht.

Lemmer – Urk, woensdag 6 februari 1963

Organisatie: IJsvereniging ‘Lemmer’ en IJsvereniging ‘Urk Vooruit’

Na 22 jaar was het weer mogelijk een toertocht van Lemmer naar Urk te houden. Lemmer nam het  initiatief maar ook de kersverse Urker ijsvereniging stelde alles in het werk om de tocht goed gesmeerd te laten verlopen. De commissaris van de Koningin mr. H. P. Linthorst Homan en zijn echtgenote  waren ook van de partij, nadat zij op de voorafgaande zaterdag al de Zuidwesthoektocht hadden gereden. Een grote groep leerlingen van de Kweekschool uit Heerenveen reed de tocht mee evenals de Pionierscompagnie uit Steenwijkerwold. Een ongebruikelijke deelnemer was Pukkie, de hond van Poppe Tijsseling uit Lemmer, die de hele tocht aangelijnd met zijn baasje mee holde.

Workum-Medemblik, woensdag 13 februari 1963

Organisatie: IJsclub ‘Workum’ en IJsvereniging ’Radboud’ uit Medemblik

Op woensdag 13 februari reden bij windstil weer en een temperatuur van iets onder nul ongeveer 1400 schaatsers de 65 km heen en weer tussen Workum en Medemblik. Aan deze tocht namen – anders dan in Stavoren - meer Friezen deel dan Hollanders. In Workum gingen 1000 schaatsers van start, terwijl maar 400 mensen Medemblik als vertrekplaats kozen. Misschien waren velen daar al tevreden na de eerste tocht van Medemblik naar Stavoren. Onder de deelnemers aan Friese zijde bevonden zich Jeen Nauta en de toen nog niet op de langebaan doorgebroken Atje Keulen-Deelstra.

Friese medaille

Noord-Hollandse medaille

 

 

Links de stempelkaart van de bekende langebaanrijderHerman Buijen (Amsterdam) en rechts die van Teije Vlauw (Opeinde).
Blijkbaar verzorgde de ijsclub Medemblik de stempelkaarten, want ook de kaarten die in Workum werden afgegeven, waren afkomstig van de ijsvereniging 'Radboud'.

 

Workum-Medemblik, zaterdag 16 februari 1963

Organisatie: IJsclub ‘Workum’ en IJsvereniging ‘Radboud’, Medemblik

Aangemoedigd door het succes op woensdag 13 februari besloten de IJsclubs ‘Workum’ en ‘Radboud’ de tocht Workum-Medemblik drie dagen later te herhalen. Ongetwijfeld was de zaterdag voor veel mensen gunstiger dan de doordeweekse woensdag, zo redeneerde het bestuur van de initiatief nemende club in Workum. Dat klopte: liefst 1800 deelnemers namen de gelegenheid te baat om het IJsselmeer over te steken. Zo’n 1000 mensen startten in Workum, terwijl 800 schaatsers vertrokken uit Medemblik.

Friese medaille

Noord-Hollandse medaille

 

Hindeloopen-Wervershoof, zondag 17 februari 1963

Organisatie: IJsclub ‘Hindeloopen’ en IJsclub ‘De Noord’, Wervershoof

Uit het plakboek

Wat ze in Stavoren en Workum kunnen, kunnen wij ook Zo moeten ze destijds in Hindeloopen hebben gedacht. IJsclub ‘Hindeloopen’ vond in ijsclub ‘De Noord’ uit Wervershoof een goede partner om een nieuwe tocht over het IJsselmeer te organiseren. De bijna 2000 schaatsers die de tocht op zondag 17 februari reden, troffen zware omstandigheden. Vanuit Friesland startten onder anderen de talentvolle kortebaanrijdster Marijke Flisijn uit Leeuwarden en haar verloofde, de Jubbega-keeper Dirk Seinstra die later voor Cambuur uitkwam. Het Tweede Kamerlid, mr. Cormelis Berkhouwer uit Alkmaar (‘boerenkees’) van de VVD, behoorde tot de Hollandse deelnemers.

 

Stavoren-Andijk, donderdag 21 februari 1963

Organisatie: IJsvereniging ‘Eensgezindheid’, Stavoren en IJsclub ‘Westeinde’, Andijk

De eerste IJsselmeertocht van 1963 voerde op 21 januari van Stavoren naar Medemblik en terug. Daarmee was de route naar Medemblik dus bekend. IJsclub ‘Westeinde’ borduurde op dat stramien door met eveneens een tocht naar Stavoren vice versa. Die trok 800 deelnemers.

Workum-Stavoren-Medemblik, zaterdag 23 februari 1963

Organisatie: IJsclub ‘Workum’ en IJsvereniging ‘Radboud’, Medemblik

In feite ging het om een tocht van Workum naar Medemblik. Omdat men vanuit Workum in zuidelijke richting moest rijden, werd Stavoren in de route opgenomen, waardoor er in de praktijk drie startplaatsen waren. Zo’n 2700 rijders deden aan deze tocht van  ruim 60 km mee. Ook werd een wedstrijd verreden met een iets andere route, namelijk via Oude Zeug - de oude werkhaven van de Wieringermeerpolder - een kilometer ten noordoosten van het dorp Kreileroord. De wedstrijdrijders maakten daardoor een rondje van 80 km op het IJsselmeer, terwijl de toerschaatsers de toerrijders dezelfde route zowel heen als terug volgden. De 40 wedstrijdrijders startten in Medemblik.

Medaille Medemblik

Medaille Workum en Stavoren

 

 

Startkaarten van de oud-Nederlands kampioen langebaan Herman Buijen (Amsterdam) en van Alie Miedema (Burgwerd).
De koptekst van beide startkaarten, resp. uit 1962 en 1963, verschillen van elkaar. In 1963 werd dus ook in Hindeloopen gestempeld.

 

Uitslag wedstrijd:

  1. Johannes van der Berg, Wergea
  2. J. de Groot, Zwaagdijk
  3. Sint Bekkema, Drachten
  4. T. Koopman, Zwaagdijk
  5. Anne Kompaan, Drachten

Stavoren-Urk-Enkhuizen, zaterdag 23 februari 1963

Organisatie: IJsvereniging ‘Eensgezindheid’, Stavoren en ‘Enkhuizer IJsclub’

Op diezelfde zaterdag werd ook vanuit Stavoren naar Enkhuizen gereden. De route liep zuidelijker dan de route naar Medemblik. Bovendien kon men ook via Urk naar Enkhuizen rijden. Op die manier waren er drie mogelijkheden:

  • Stavoren – Urk vice versa: 50 km
  • Stavoren – Enkhuizen vice versa: 50 km
  • Stavoren – Enkhuizen – Urk – Staveren: 100 km

In totaal werden deze drie routes door 3500 schaatsers gereden. Als we ook nog de tocht van Workum naar Medemblik in ogenschouw nemen, werd er dus op die dag een druk gebruik gemaakt van het IJsselmeer.

Lemmer-Urk, zaterdag 23 februari 1963

Organisatie: IJsvereniging ‘Lemmer’

Ook vanuit Lemmer werd die dag op Urk gereden. Het betrof een toer- en wedstrijdtocht. De wedstrijdrijders vertrokken om 10.00 uur vanaf het strand van Lemmer. De toerschaatsers begonnen een half uur later aan hun tocht naar Urk. Er was een wedstrijdbaan en een baan voor de toerrijders uitgezet. Omdat er op dat moment nog geen toerrijders in de baan waren, maakten de wedstrijdrijders gebruik van beide banen. Alsof het om twee wedstrijden ging…

Op de medaille zijn de gemeentewapens van Lemmer en Urk afgebeeld.

Uitslag wedstrijdtocht:

  1. Yme de Vries, Scharnegoutum
  2. Henk Arends, Goëngahuizen
  3. Sjoerd Post, Rutten
  4. Bernardus Gijzen, Sondel
  5. Douwe Schotanus, Harich

Vluchtgedrag

Die vrijdagmiddag kwam mijn vader thuis met de boodschap: ‘Ik heb morgen een snipperdag.’ We schrokken ervan, Heit nam nooit vrij. Maar ook bij hem had het schaatsvirus toegeslagen. De volgende ochtend reden we met de NTM-bus naar Leeuwarden, vervolgens per trein naar Stavoren. Daar schreven we ons in voor de toertocht Stavoren-Enkhuizen v.v. Welgemoed gingen vader en zoon op pad. De één een voortreffelijk schaatsenrijder met een prachtige, lange slag. Een ‘streekrider’ dus. De ander in die tijd bepaald geen uitblinker. Misschien net geen ‘knoffelhakke’, maar veel meer ook niet. Al gauw werd duidelijk, dat de voormalige Zuiderzee was gezegend met wat wij destijds ‘waarme fuotteniis’ noemden. De golfjes waren nog bijna zichtbaar in de ijsvloer. Prompt wijzigde zich het gebruikelijke rollenpatroon. Pa – een veertiger – werd ineens een oude man, die de schaatsslag niet meer scheen te beheersen. Hij begon te klagen of zoals de Fries dat zo mooi zegt: ‘hieltyd mar eamelje en seamelje’. En zoonlief – een aardige voetballer met een prima conditie – bloeide op. Hij danste over de oneindige ijsvlakte.

In Enkhuizen bond mijn vader meteen zijn doorlopers af. ‘We moeten maar even naar een café om een uitsmijter.’ Het heugde mij niet dat hij iets dergelijks ooit eerder had aangeboden. Toen kenden we die uitdrukking nog niet,  nu zouden we zeggen: pa vertoonde vluchtgedrag. We hadden de borden nauwelijks leeg of de volgende verrassing kwam: ‘Ik heb er eens even over nagedacht. Volgens mij rijdt er hier vanuit Enkhuizen een bus over de Afsluitdijk naar Leeuwarden. Zullen we die maar nemen?’ Tegen de mores van die tijd in sprak ik mijn vader bestraffend toe. Of hij nu helemaal van lotje was getikt!

Enfin, ik kreeg ‘m zover, dat hij de schaatsen weer onderbond. Laten we maar zwijgen over al zijn gezemel op de terugreis. In Stavoren had ik wel willen doorrijden naar Urk (‘wanneer maken we dit weer mee?’), maar voor pa was dat onbespreekbaar. De herinneringsmedailles waren helaas al op, maar die werden wel nagezonden. In mijn kast met memorabilia liggen twee medailles met de datum 23 februari 1963.

Eén is van mijn vader zaliger. ’t Zijn misschien wel de meest gekoesterde herinneringen aan mijn toerverleden. De clou van het verhaal heb ik dan nog niet verteld. Ruim een maand na die gedenkwaardige februaridag vierde mijn vader zijn verjaardag. Zo’n ouderwetse familiesamenkomst met de mannen in de voorkamer – nauwelijks zichtbaar door het rookgordijn – en de keuvelende vrouwen in de achterkamer. Ineens vraagt oom Auke aan zijn broer: ‘Jullie zouden toen op de schaats naar Enkhuizen. Hoe is dat eigenlijk verlopen?’ Mijn vader hoefde niet lang na te denken: ‘Och jong, dat was een fluitje van een cent !’(hb)

Andijk-Hindeloopen, zondag 24 februari 1963

Organisatie: IJsclubs ‘Hindeloopen’ en ‘Hulp en Vermaak’, Andijk

Een week na de tocht Hindeloopen-Wervershoof organiseerde IJsclub ‘Hindeloopen’ opnieuw een oversteek maar nu naar Andijk (iets minder ver). Deze keer was het niet IJsclub ‘Westeinde’ die op 21 februari al een IJsselmeertocht had georganiseerd naar Stavoren, maar IJsclub ‘Hulp en Vermaak’. Op die manier verdeelden de ijsclubs in Andijk de tochten naar Friesland. Naar schatting 1400 mensen vertrokken uit Andijk en plm. 600 rijders uit Hindeloopen. Zij legden 30 of  60 km af. De 30 km route ging halverwege het IJsselmeer weer terug richting Hindeloopen.

Makkum-Hindeloopen-Wervershoof, dinsdag 26 februari 1963

Organisatie: IJsvereniging ‘Makkum’ en de IJsclubs ‘Hindeloopen’ en ‘De Noord’, Wervershoof

De tocht bestond uit een wedstrijdtocht en een toertocht van ongeveer 100 km lengte. Aan de wedstrijd, met start en finish in Makkum, werd door 64 schaatsers deelgenomen. De toertochtrijders konden in Makkum, Hindeloopen en Wervershoof starten. Van de ongeveer 1000 deelnemers vertrokken 160 uit Wervershoof, 350 uit Makkum en een kleine 500 uit Hindeloopen.

Aan de wedstrijd werd onder anderen deelgenomen door Reinier Paping, Jan Uitham, Henk Ottema en Henk Arends, die in januari van dat jaar respectievelijk eerste, tweede, vijfde en zesde waren geworden in de ‘beruchte’ Elfstedentocht. Toch werd de 26-jarige tuinder Jan Dekker uit Bovenkarspel winnaar.

Door de mist verdwaalde die dag een bejaarde wandelaar uit Gaast. Drie jonge mannen uit Makkum wisten in het donker de man met de koplampen van hun auto te traceren. Hij had al vier uur lang op het ijs rondgedoold.

Medaille Makkum

Medaille Hindeloopen

Medaille Wervershoof

 

 

 

De Makkumer medaille (links) werd ook gebruikt voor de deelnemers aan de wedstrijd. De tekst op de achterkant vermeldt ‘TOERT.’ of ‘WEDSTR.’. De middelste medaille werd door IJsclub ‘Hindeloopen’ uitgereikt en de rechter door IJsclub  ‘De Noord’ uit Wervershoof. Op de laatste twee medailles zijn de contouren van het IJsselmeer aangegeven, zij het iets afwijkend van elkaar.

Uitslag wedstrijd:

  1. Jan Dekker, Bovenkarspel
  2. Jan van Dalen, Kallenkote
  3. Henk Arends, Goëngahuizen
  4. Henk Ottema, Tolbert
  5. Bennie Groen, Steenwijk

Andijk-Hindeloopen, donderdag 28 februari 1963

Organisatie: IJsclubs ‘Hindeloopen’ en ‘Andijk’

Op donderdag 28 februari werd de tocht van Hindeloopen naar Andijk - die op zondag 24 februari ook al was gehouden - herhaald. Het deelnemersaantal van 800 rijders viel wat tegen. Zij moesten 60 km afleggen.

Workum-Medemblik-Workum en Workum-Medemblik-Enkhuizen-Workum, zaterdag 2 maart 1963

Organisatie: IJsclubs ‘Workum’ en ‘Radboud’, Medemblik

De tocht Workum – Medemblik vv was ongeveer 65 km lang. Rijders die ook nog naar Enkhuizen gingen, kwamen op zo’n 100 km uit. In totaal reden plm. 3400 schaatsers de verschillende routes.

Medaille Workum

Medaille Medemblik

 

 

Onderschrift

 

Wedstrijd Medemblik-Workum-Hindeloopen-Staveren-Enkhuizen-Urk-Enkhuizen-Schellinhout-Enkhuizen-Medemblik, zaterdag 2 maart 1963

Stempelkaart van J. de Boer (Oostzaan), die als nummer 55 startte

Deze 170 km lange wedstrijdtocht werd aangekondigd als revanchewedstrijd voor de Elfstedentocht, maar die status kon de tocht niet waarmaken. Onder de 233 deelnemers (waaronder slechts één vrouw) bevond zich niemand uit de top-10 van de Tocht der Tochten. Winnaar werd Jan van der Hoorn uit Ter Aar, één van de vijf mannen die hand in hand als eersten de finish van de Elfstedentocht 1956 passeerden. De grootste indruk maakte echter de 19-jarige Jan van Dalen uit Kallenkote bij Steenwijk die tijdens de wedstrijd Makkum-Hindeloopen-Wervershoof ook al tweede was geworden. Tussen Urk en Enkhuizen ontsnapte de jonge Van Dalen uit de kopgroep van 28 rijders. Jan van der Hoorn  was de enige die Van Dalen wist te achterhalen. De bloemenkweker uit Ter Aar won uiteindelijk met ruime voorsprong. De eerste Fries was Fokke Gerritsma uit Bolsward, die achtste werd. Ook Marten Piersma uit Sneek (tiende) eindigde nog net in de prijzen. Uitslag:

  1. Jan van der Hoorn, Ter Aar
  2. Jan van Dalen, Kallenkote
  3. Wim van der Aar, Haarlem
  4. W. Alkemade, Noordwijk (ZH)
  5. Bennie Groen, Steenwijk 

Lemmer-Stavoren-Andijk v.v., zaterdag 2 en zondag 3 maart 1963

Organisatie: IJsvereniging ‘Lemmer’, IJsvereniging ‘Eensgezindheid’ Stavoren en IJsclub ‘Westeinde’, Andijk

In het laatste schaatsweekend van 1963 werden verschillende toertochten over het IJsselmeer gereden. Daarbij speelde IJsvereniging ‘Lemmer’ een spilfunctie. Er waren twee mogelijkheden om een tocht van Lemmer naar Stavoren te maken. De ene was de afstand Lemmer  - Stavoren vice versa (60 km), de andere ging van Lemmer via Stavoren over het IJsselmeer naar Andijk in Noord-Holland (110 km). Het aantal deelnemers op zaterdag was als volgt verdeeld: Lemmer-Stavoren 650; Stavoren-Lemmer 550; Lemmer-Andijk 400; Andijk-Lemmer 700. Ook kon men Stavoren-Andijk v.v. rijden over een afstand van ongeveer 50 km.

Er waren enkele opvallende deelnemers. De winnaar van de Elfstedentocht van 1963 Reinier Paping was samen met zijn echtgenote van de partij. Die laatste reed de afstand Lemmer – Stavoren. Zij ging vervolgens in Stavoren winkelen, terwijl Reinier even naar Andijk op en neer ging om vervolgens zijn vrouw weer op te pikken en samen naar Lemmer te rijden. De jongste deelnemer die Lemmer-Andijk reed, was de 11-jarige Chris Semplonius die later zich zou ontwikkelen tot een van de betere Friese hardlopers.  

Op zondag kon de tocht Lemmer – Andijk ook nog worden gereden. Daarvan maakten 500 schaatsliefhebbers gebruik. Onder de kust van Gaasterland liep de temperatuur in de loop van de dag op tot 10 graden boven nul.

Tijdens dit weekend konden op meer plaats langs het IJsselmeer tochten worden gereden, zoals:
zaterdag 2 maart     Hindeloopen-Makkum   30 km
                               Medemblik-Enkhuizen   40 km
zondag 3 maart       Hoorn-Amsterdam        50 of 95 km (50 km was enkele reis)
                                Hoorn-Edam                 40 km
                                Edam-Amsterdam         55 km

Samen met de tochten van Lemmer en Stavoren naar Andijk op en neer leverde dit een uniek schaatsweekend op het IJsselmeer op.

Medaille Lemmer-Stavoren

Medaille Stavoren-Andijk

 Medaille Andijk-Lemmer

 

 

 

Op de medaille van de tocht Lemmer-Stavoren staan de wapens van Lemmer en Stavoren. Voor de tochten Stavoren-Andijk en Lemmer-Andijk werd dezelfde medaille uitgegeven, alleen de tekst op de achterkant was afwijkend. Ook de mensen die vanuit Andijk naar Lemmer of Stavoren en terug gingen, kregen deze medaille.

Workum-Medemblik, vrijdag 26 januari 1979

Organisatie: IJsclubs ‘Workum’ en ‘Radboud’, Medemblik

Op maandag 22 januari gingen zes Workumers in twee auto’s over het IJsselmeer naar Medemblik om  afspraken te maken met het bestuur van IJsvereniging ‘Radboud’. Het was de bedoeling dat de besturen elkaar op het ijs zouden tegenkomen, maar door de sneeuwhopen misten ze elkaar. Na enig wachten in een café in Medemblik besloten de Workumers in hun werkkleding een bezoek te brengen aan een oude bekende. Burgemeester Westendorp van Medemblik bekleedde dat ambt eerder in Workum. De bode had de mannen evenwel bij de burgemeester aangekondigd als woonwagenbewoners. Een paar dagen eerder was een aantal families in woonwagens in Medemblik neergestreken en die hadden vooralsnog geen goede indruk achtergelaten. Toen de burgemeester zijn oud-stadsgenoten zag, moest deze hartelijk lachen om het misverstand. De besturen van beide ijsclubs troffen elkaar later en maakten een afspraak voor vrijdag de 26e januari. Dat had dus echt een tocht Workum-Medemblik moeten worden. Toen echter bestuurder Hisse Breemer op de 25e met een sneeuwschuiftrekker op It Soal bij Workum door het ijs zakte, durfde IJsclub ‘Workum’ het niet meer aan om de overkant aan te doen. In Medemblik dachten ze er anders over. Uiteindelijk viel het besluit om dan maar bij Stavoren een stempelpost in te richten van waaruit ook de Friese rijders konden starten. Daar vertrokken uiteindelijk 50 rijders. Die kregen het consigne niet terug te rijden maar schoenen mee te nemen. Vanuit Medemblik startten ongeveer 230 schaatsers.

In Stavoren moest men eerst anderhalve kilometer lopen voordat men bij de startpost was. De eerste tien kilometer bleek redelijk berijdbaar, maar toen begon de ellende. De rijders moesten ondergestoven banen, kistwerken en scheuren trotseren, waardoor de meesten al snel rechtsomkeert maakten. Een klein aantal zette door. Degenen die de kust van West-Friesland in zicht kregen, kwamen toen voor het voldongen feit te staan dat men tot vijf kilometer van de kust kon rijden. Om Medemblik te kunnen bereiken, moest men lopend verder. Dat betekende voor de meesten dus: op sokken. Daar aangekomen duurde het een paar uur voordat er een bus kwam die de rijders terug kon brengen. Eenmaal in Stavoren aangekomen, bleek dat de mannen van de Workumer ijsclub de schoenen en klompen hadden meegenomen en niet van zins waren deze nog weer naar Stavoren te brengen. Een aantal moest daardoor met plastic tasjes om de voeten terug naar huis, terwijl ze al zo'n bizarre dag achter de rug hadden. In totaal volbrachten vijf schaatsers vanuit Friesland en 76 schaatsers vanuit Noord-Holland de tocht. De rest was eerder al teruggegaan of hield het na de enkele reis voor gezien. De volgende dag organiseerde IJsclub ‘Workum’ een tocht naar de Afsluitdijk. Ook die tocht veroorzaakte veel ophef. (Zie Hoofdstuk Nijefurd)

Medaille Friesland

Medaille Noord-Holland

 

 

Stavoren-Medemblik, zaterdag 10 en zondag 11 februari 1979

Organisatie: Stichting ‘IJsselmeer Zwemmarathon’ met medewerking van de ijsverenigingen ‘Eensgezindheid’, Stavoren en ‘Radboud’, Medemblik

De Stichting ‘IJsselmeer Zwemmarathon’ bestaat al sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw. Jaarlijks organiseert die stichting een zwemmarathon van Medemblik naar Stavoren. Recordhouders qua tijd zijn olympisch kampioen Maarten van der Weijden en bij de dames zijn zus Etta van der Weijden.

Uit promotionele overwegingen nam de stichting het initiatief voor een schaatstocht Medemblik-Stavoren. Omdat men hiermee geen ervaring had, werd de medewerking ingeroepen van de ijsverenigingen ‘Radboud’ uit Medemblik en ‘Eensgezindheid’ uit Stavoren. De tocht kon gedurende twee dagen worden gereden. Daarvan maakten 2300 mensen uit het hele land gebruik. Er was evenwel geen mogelijkheid om vanuit Stavoren te starten.

Oorkonde M.J. van Klaveren

Stavoren-Enkhuizen, zondag 4 februari 1996

Organisatie: IJsvereniging ‘Eensgezindheid’, Stavoren en ‘Enkhuizer IJsclub’

De winter van 1995-1996 kende een aantal schaatsperiodes. Op 1 februari waagden zes leden van ‘Eensgezindheid’ uit Stavoren de oversteek naar Enkhuizen. Tijdens de eerste ijsperiode in januari waren al eens enkele Medemblikkers naar Stavoren gereden. De Staversen gingen nu naar Enkhuizen, want Medemblik had voor zondag 4 februari al een tocht naar Den Oever op het programma staan. Met twee veegauto’s zetten ze al vast de 25 km lange route uit naar Enkhuizen. De tocht werd dus gepland voor zondag 4 februari. IJsselmeertochten hadden tot dan toe enkele duizenden schaatsers getrokken, maar op 4 februari 1996 was het hek van de dam. Alleen al het aantal geregistreerde rijders van 12.000 overtrof verre alle voorgaande tochten. Voorzichtige schattingen gingen uit van 35.000 deelnemers. De politie noemde zelfs het aantal van 50.000 schaatsers op het IJsselmeer. Door het grote aantal deelnemers waren er uiteraard ook meer verwondingen dan bij tochten waaraan een paar duizend mensen meedoet. Ook moeten we bedenken, dat het ijs op het IJsselmeer eerder kistwerken vertoont c.q. andere ongemakken door de werking van het ijs dan op andere locaties. In eerste instantie werd er door de media en zelfs door de KNSB schande over gesproken dat de organisatie zich niet beter had voorbereid op een groot aantal deelnemers. Nadat echter alle feiten over de voorbereidingen en de gang van zaken tijdens de tocht waren verzameld,  kwam iedereen tot de conclusie dat de organiserende ijsclubs niets verweten kon worden. De grote toeloop was hen overkomen. Op het moment dat de organisatie in zag dat door het grote aantal deelnemers erg chaotische toestanden ontstonden, was direct de politie om assistentie gevraagd. Al met al was het een unieke gebeurtenis. Met één alles overheersende slotvraag: hoe organiseer de eigenlijk een volgende IJsselmeertocht?

Zondag de vierde februari 1996 werd een dag om nooit te vergeten.In opdracht van de beide organiserende ijsclubs legde Ron Couwenhoven het verhaal van de historische IJsselmeertoertocht vast in een speciale uitgave.

Autotochten

Op woensdag 20 februari, zondag 24 februari en zondag 3 maart 1963 werden speciale autotochten over het IJsselmeer georganiseerd. Daaraan namen in totaal zo’n 5.500 auto’s deel.

Bovenkant van de pagina